Elektriciteitssector maakt monsterwinsten op kap van industrie

 De federale energieregulator CREG becijferde dat de Belgische elektriciteitsproducenten in de periode 2005-2009 bijna 1,7 miljard euro winst hebben gemaakt door de aan hen gratis toegekende CO2-rechten door te rekenen aan hun klanten. Volgens de CREG bedraagt die zogenaamde 'windfall profit' voor 2009 zo'n 119 miljoen euro.

Sinds 2005 krijgt de Belgische elektriciteitssector gratis emissierechten, zij rekenen de marktwaarde van CO2 echter volledig of gedeeltelijk door in hun elektriciteitsprijs. Voor het vijfde opeenvolgende jaar heeft de CREG het bedrag van deze onrechtvaardige winsten berekend. Volgens de studie  maakten de energieproducenten vorig jaar bruto 184,6 miljoen euro winst op de toegekende CO2-rechten. Voor het deel dat ze uitstootten boven de quota betaalden ze zo'n 65 miljoen euro. Netto geeft dat een windfall profit van 119 miljoen euro. Voor de  periode 2005-2009 maakten de elektriciteitsproducenten een winst van bijna 1,7 miljard  €. Dit zijn winsten die worden gerealiseerd op de kap van de Belgische industrie.

Het probleem van de winsten als gevolg van de gratis toekenning van emissierechten wordt op Europees niveau op grote schaal erkend. Verschillende landen zoals Duitsland, Spanje, Groot-Brittannië en Zweden hebben al maatregelen genomen om de producenten ertoe  te verplichten ten minste een deel van de gerealiseerde winsten terug te geven, hetzij via mechanismen die verband houden met de CO2-emissiequota, hetzij via fiscale maatregelen.

 

De CREG vraagt nu om deze winsten te recuperen door de invoering van een belasting. Aangezien de elektriciteitssector vanaf 2013 zal moeten betalen voor haar emissierechten, dringt de CREG aan op een snelle beslissing. Bond Beter Leefmilieu ondersteunt deze vraag en vraagt dat de inkomsten van deze heffing worden ingezet voor de ondersteuning van hernieuwbare energie. Dit is overigens wat de algemene raad van de CREG vorig jaar al vroeg (zie hier).

Bovendien zouden deze middelen kunnen ingezet worden voor de broodnodige klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden. Het nakomen van deze belofte is niet alleen meer dan nodig, maar ook cruciaal om geloofwaardig te zijn in de internationale klimaatonderhandelingen. Ons land beloofde eind vorig jaar om 150 miljoen nieuwe en bijkomende internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden in de periode 2010-2012. Peanuts in vergelijking met deze monsterwinsten. En toch lijkt onze regering er niet in te slagen deze belofte waar te maken.