Energiebesparing door overeenkomst met bedrijven zeer onduidelijk

Uit een evaluatie van het Vlaams Energieagentschap (VEA) blijkt dat de meerwaarde van het benchmarkingconvenant hoogst twijfelachtig is. Dat antwoordde minister Vandenbossche op een parlementaire vraag van Hermes Sanctorum (Groen). Het benchmarkingconvenant is een overeenkomst tussen de Vlaamse Overheid en de energie-intensieve bedrijven dat er voor moet zorgen dat onze bedrijven tot de meest energie-efficiënte van de wereld behoren. In ruil voor dit engagement kregen onze bedrijven heel wat voordelen zoals gratis emissierechten en een vrijstelling op brandstofheffingen.

Dat onze industrie al heel wat acties heeft ondernomen om energie te besparen, staat buiten kijf. Maar het is niet duidelijk of er dankzij het convenant extra energie bespaard werd ten opzichte van wat anders zou gebeurd zijn door de geldende energiewetgeving.

Tegenover de twijfelachtige baten van het convenant, staan echter wel zeer grote kosten. Hoe groot die kosten juist zijn, daar bestaan volgens de minister geen exacte cijfers over. Al weten we uit een rapport van het internationaal energieagentschap en de OESO dat ons land 1,5 miljard aan inkomsten misliep door de accijnsvrijstelling op het gebruik van fossiele brandstoffen door de energie-intensieve industrie.

Minister Vandenbossche geeft nu zelf toe dat het niet mogelijk is af te wegen of de maatschappelijke baten groot genoeg zijn om te verantwoorden dat het bedrijf gunsten krijgt voor die inspanningen.

Ondanks deze gebrekkige evaluatie, wil de minister nu beslissen over een opvolger voor het huidige benchmarkingconvenant dat in 2012 ten einde loopt. Over deze opvolger en de doelgroep, het engagement van de toetredende bedrijven en de tegenprestaties vanwege de overheid voor dat engagement is het nog koffiedik kijken. Dit is momenteel voer van discussie tussen de bedrijven en de Vlaamse overheid.

Het echte debat met alle maatschappelijke actoren over de meerwaarde van zo’n convenant blijft echter uit. Nochtans is dit essentieel. Het energiebesparingsbeleid voor onze industrie is te cruciaal om enkel over te laten aan besprekingen en petit comité.