EU milieuministers willen milieuvriendelijke groei en tewerkstelling

In 2000 werd de Lissabon-strategie boven de doopvont gehouden. Deze Europese strategie had als doel om economische groei en tewerkstelling te realiseren gedurende de volgende tien jaren. 

Ondertussen is het decennium bijna voorbij en wordt er dus druk onderhandeld over de opvolger van de Lissabon–strategie, met aandacht voor een eco-efficiënte economie. Zo ging er vorige week in Luxemburg een Europese Raad van milieuministers door, onder leiding van Zweden dat momenteel het Europese voorzitterschap waarneemt.

Daar waar de Lissabon-strategie vooral over groei en jobs ging, stellen de onderhandelaars nu de vraag: welke groei en welk soort jobs willen we creëren? Als resultaat van die mentaliteitswijziging wordt nu gesteld dat groei en jobs moeten vloeien uit de transitie naar een eco-efficiënte economie. De transitie naar een eco-efficiënte economie is dus een opportuniteit voor Europa. Hier blijkt – alvast tussen de milieuministers – eensgezindheid over.

Een eco-efficiënte economie is een economie die het gebruik van energie en grondstoffen en de daaruit resulterende negatieve impact op mens en milieu reduceert. Dit moet leiden tot een absolute ontkoppeling tussen economische groei en degeneratie van het milieu. Zo wordt niet enkel gewerkt aan de klimaat –en biodiversiteituitdagingen, maar worden tegelijkertijd economische groei en jobs gerealiseerd.

 

Een belangrijke hefboom om dergelijke transitie te kunnen realiseren is fiscaliteit. Daar zijn de ministers het ook over eens. Ze zijn het zelfs eens dat een belasting op grondstoffen, energie en zaken die resulteren in een negatieve milieu-impact beter is dan lasten op arbeid.

De eensgezindheid eindigt echter, wanneer ze de doelstellingen proberen in praktijk te brengen: welke fiscale middelen dienen nu ingezet te worden, en hoe? Om op Europees niveau bepaalde fiscale veranderingen door te voeren is er unanimiteit vereist onder de lidstaten. In praktijk betekent dit dus dat er niets gebeurt: er is altijd wel een dwarsligger te vinden...

Vandaar dat de ministers nu kijken naar marktgebaseerde initiatieven: kunnen hier alternatieve concepten worden ontwikkeld die een gelijkaardig resultaat opleveren? Geld is een machtige motivatie, en een gepaste mix van instrumenten is dan ook cruciaal voor het behalen van de doelstellingen.

De aanzet van de post-Lissabon-strategie is alvast positief te noemen. Milieu wordt niet langer als een bedreiging, maar als een sociaal-economische opportuniteit gezien. Na de woorden, nu nog de daden.