jwvein | Pixabay

Europa heeft nood aan een chemische visie 2.0

jwvein | Pixabay

Twintig jaar geleden hield de Europese Unie REACH boven de doopvont: de Europese wetgeving voor de registratie en autorisatie van chemische stoffen. Maar zoals het PFAS-schandaal onlangs nog aantoonde, is de beoordeling van wat al dan niet veilig is duidelijk aan herziening toe. Toch schuift de Europese Commissie de langverwachte en -verhoopte REACH 2.0 door naar de volgende legislatuur. Relaas van een geslaagde campagne van de chemielobby, waar burgers en leefmilieu slachtoffer van zijn.

De hervorming van REACH zou een belangrijk onderdeel van de Europese chemische strategie moeten worden. Die ‘Chemical Strategy for Sustainability’ werd drie jaar geleden aangekondigd als een "nieuwe langetermijnvisie voor het chemisch beleid van de EU". Via juridische hervormingen zou die de handhaving versterken, ter bescherming van de gezondheid van burgers en het leefmilieu.

Maar van REACH 2.0 is nu geen sprake meer. Nochtans weten we dat de Commissie duizenden pagina's analyse heeft van de weeffouten in het huidige chemiebeleid en dat ambtenaren van de Commissie een voorstel hebben klaarliggen om de wettekst te herzien. Om electorale redenen wordt die aan een democratisch beleidsproces onttrokken. Welke beleidsmaker wil namelijk nog zo’n schokkend schandaal als PFAS moeten uitleggen aan het kiespubliek? Een doorzichtig en onverantwoord manoeuvre.

Sterke chemische wetgeving is goed voor de mens…

De Duitse chemiesector trok hard van leer tegen nieuwe herzieningen. Om haar slag thuis te halen, verwees die naar de hardnekkige economische malaise en de slabakkende Duitse auto-industrie. Ook de Belgische chemie vroeg via sectorgroep Essenscia om “de economische impact mee te nemen en niet overhaast te werk te gaan”. Zelfs zonder deze oproep kon de sectortop op beide oren slapen: verschillende Europese overheidsinstanties sleutelen al jaren aan de hervorming, en met  impact assessments brengen ze de risico’s zorgvuldig in kaart. Alleen weigert de Europese Commissie die studies volledig te delen. 

Een gelekte studie beloofde nochtans veel goeds:een verbod op schadelijke chemische stoffen bespaart de samenleving maar liefst het tienvoudige van wat zo’n verbod de industrie zou kosten. De kanker- en obesitasgevallen die hierdoor vermeden worden, zou de maatschappij 11 tot wel 31 miljard euro per jaar besparen, tegenover 1 à 2,7 miljard euro aanpassingskosten die de industrie zou moeten leggen.

Voor de maatschappij is strengere chemiewetgeving dus een logische keuze: we maken miljarden euro’s vrij om te kanaliseren naar een duurzame chemische industrie en loopbanen, in plaats van vermijdbare menselijke en ecologische schade te moeten compenseren..

… én voor de industrie

Vanuit puur economisch perspectief is een herziene chemiewetgeving zelfs goed voor de industrie. Als Europa de gedwongen zoektocht naar veilige alternatieven omarmt, kan ze hierin tot innovatieve koploper promoveren. En met name deze Commissie, die concurrentievermogen prioriteit geeft, zou hiervan het nut moeten inzien. Andere continenten kopiëren stelselmatig onze wetgeving, om de toegang tot de Europese afzetmarkt te garanderen, dan wel om te vermijden de stortplaats van gevaarlijke substanties te worden. De Europese Unie wordt wel eens een ‘regulatory superpower’ genoemd, omdat wij zo vaak de toon zetten. Zuid-Korea heeft bijvoorbeeld nagenoeg dezelfde chemische wetgeving, ‘K-REACH’, als Europa. 

Het mag daarom niet verrassen dat verschillende bedrijven, zoals IKEA, Adidas, Rockwool en Decathlon — tegen de positie van hun federaties in —- vragende partij zijn voor een ambitieuze herziening van REACH. Zij weten dat een efficiëntere regelgeving de productie van veilige alternatieven en een gifvrije circulaire economie de wind in de zeilen geeft. Ze beseffen maar al te goed dat een langetermijnstrategie voor voorspelbaarheid en rechtszekerheid zorgt. En omgekeerd: zolang er geen duidelijkheid is over REACH, kunnen investeerders geen keuzes maken over alternatieve productielijnen.

Een herziene richtlijn zal vooral de opkomst van veiligere alternatieven aanzwengelen. Zo zocht outdoormerk Patagonia 15 jaar lang naar PFAS-vrije alternatieven. Het bedrijf heeft nu een competitief voordeel wanneer er een gehele PFAS-ban komt. Maar een vroeger verbod had veel gezondheidsschade kunnen voorkomen, en had die zoektocht ongetwijfeld versneld. Hetzelfde geldt voor het Belgische bedrijf Greenpan: de verkoop van PFAS-vrije pannen legde hen geen windeieren. 

Belgisch voorzitterschap als troef

Chemie is een van de prioriteiten van België en Vlaanderen tijdens het Belgische voorzitterschap van de Europese Raad. België, een land met heel wat basischemie, kan haar pioniersrol extra hard uitspelen en een voorzet geven voor een gezamenlijke positie van alle lidstaten richting de Europese Commissie voor een sterke moderne versie van Europese chemierichtlijnen, en voor een industrie ten dienste van de maatschappij. 

Daar hebben we alle belang bij: zonder de REACH hervorming staan halen we ook niet het maximale potentieel uit onze eigen Vlaamse en Belgische plannen. Het PFAS-actieplan, de Vlaamse visienota “Zorgwekkende stoffen” of het nationaal actieplan hormoonverstoorders zijn alleen maar haalbaar wanneer er op Europees niveau gecoördineerde actie komt.