Europees parlement reserveert geld voor lokale energieprojecten

Europese steden en gemeenten zullen binnenkort gemakkelijker kunnen investeren in hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Er komt een Europees fonds dat steden en gemeenten daarbij zal ondersteunen. Een voorstel daartoe werd vorige week door de commissie Energie en Industrie van het Europees Parlement goedgekeurd.  

De zorg voor de klimaatverandering leeft sterk bij veel lokale besturen. Reeds honderden Europese gemeenten onderschreven de ‘burgemeesterconvenant’, een  vrijwillige overeenkomst met het engagement om minstens 20% CO2 te reduceren tegen 2020. In ons land gaan negen lokale besturen die uitdaging aan. Jammer genoeg komen veel van de klimaatinitiatieven van deze gemeenten maar moeilijk van de grond door een gebrek aan startkapitaal. Investeringen zoals duurzame straatverlichting, isolatieprojecten of  projecten voor wind- en zonne-energie verdienen zich dan wel terug, banken zijn vaak terughoudend om gemeenten hiervoor een lening te verstrekken. Het nieuwe Europese fonds, dat borg zal staan voor dergelijke projecten, moet er voor zorgen dat banken gemakkelijker geld ontlenen aan lokale besturen. Zo kan het fonds een veelvoud van zijn eigen bedrag aan milieuvriendelijke projecten genereren.

Het Europese energiefonds zal gespijsd worden met 115 miljoen euro, geld dat overblijft van middelen die gereserveerd waren voor grote energie-infrastructuurprojecten zoals investeringen in windturbines op de Noordzee. Nu het initiatief – op voorstel van rapporteur Kathleen Van Brempt - is goedgekeurd door de Commissie Industrie en Energie in het Europees Parlement, moet het nog gesteund worden door het voltallige Europese parlement in oktober. Daarna kan de Europese ministerraad, onder Belgisch voorzitterschap, het voorstel in een beslissing omzetten.