Financiële stimuli voor energiebesparende ingrepen zijn cruciaal

De studie-instellingen Vito en Econotec beoordelen regelmatig de doeltreffendheid van het federale klimaatbeleid. Welke maatregelen werken en welke niet als het er op aan komt de uitstoot van broeikasgassen te verminderen? Een update leert dat de belastingsaftrek en rentekorting voor energiebesparende investeringen best doel treffen. Alleen al dat instrument was verantwoordelijk voor de helft van de door het federale beleid bereikte emissiereducties in België. Nét die effectieve maatregel sneuvelde tijdens de regeringsonderhandelingen en de snelle overdracht van bevoegdheden naar de deelstaten. De Vlaamse regering creëert bijgevolg best snel duidelijkheid over de verdere ondersteuning van energiebesparende investeringen.

Er is een groot verschil tussen de doeltreffendheid van de verschillende instrumenten en maatregelen in het federale klimaatbeleid. Van de 40-tal door Econotec en Vito bestudeerde maatregelen zijn slechts enkele verantwoordelijk voor het grootste deel van de reducties in broeikasgasemissies. Financiële stimuli voor energiebesparende investeringen en het verplicht toevoegen van biobrandstoffen scoren het best. Ze zijn volgens Econotec en Vito respectievelijk verantwoordelijk voor 48,2% en 23,9% van de door het federale beleid verwezenlijkte broeikasgasreducties over de periode 2008-2012. Daarna volgen ondersteuning van openbaar vervoer en gratis pendelen (7.5%), de  ecologiepremie (5.3%), groenestroomcertificaten en ondersteuning van offshore wind ( 4.6%), heffing op fossiele brandstoffen (3,3%), de ecopremie (2.9%) , de ecocheques (1.7%) en derde partij financiering van energiebesparende investeringen (1.1%). Alle andere maatregelen, zoals bijvoorbeeld het promoten van ‘eco driving’, verklaren minder dan 1% van de verwezenlijkte reducties.

Hierbij wel enkele kanttekeningen. Bepaalde maatregelen winnen over de loop van de tijd aan belang, andere verliezen relevantie. Zo leidt de verdere uitbouw van hernieuwbare energie en de bijhorende emissiereducties ertoe dat de ondersteuning ervan in 2020 het tweede belangrijkste element van het klimaatbeleid zou zijn, na de ondersteuning van energiebesparing. Omgekeerd zullen ecocheques aan belang inboeten omdat de producten waarnaar ze de consumptie oriënteren standaard worden. Ten tweede komen bepaalde zaken er zeer goed uit en andere niet, eenvoudigweg omdat enkel naar de vermeden emissies in België wordt gekeken. Een maatregel die bijvoorbeeld lagere vleesconsumptie promoot zal minder goed scoren in het onderzoek wanneer de meeste broeikasgasemissies van vleesproductie zich in het buitenland bevinden. De hoge score voor biobrandstoffen vind ook hierin haar verklaring. De broeikasgasemissies van het verbranden van biobrandstoffen zijn in de telling nul, terwijl in werkelijkheid de meest courante biobrandstoffen nauwelijks een klimaatvoordeel opleveren. Als de emissies die vrijkomen bij de wijzigingen in landgebruik, de teelt van de energiegewassen, de productie van de biobrandstof, het transport en de uiteindelijke verbranding ervan worden opgeteld en de CO2 die de plant heeft opgenomen in mindering wordt gebracht, dan blijft er nauwelijks een klimaatvoordeel over. Ten slotte zegt de doeltreffendheid niets over de efficiëntie: welke maatregelen reduceren broeikasgassen aan de laagste kost.

Toch zijn de resultaten belangwekkend. Door het afschaffen van de belastingsaftrek voor energiebesparende investeringen is het federale klimaatbeleid onthoofd. Als er niet snel een opvolger komt riskeren we hogere broeikasgasemissies en kostbaar tijdverlies. Bovendien zendt de overheid een bizar signaal uit. Wie midden in de bouw van een passiefhuis zit, een energiebesparende ingreep plant of energierenovatie uitvoert, wordt plots met grote onzekerheid geconfronteerd. Bouwers, verbouwers en aannemers worden getroffen in de portefeuille, net nu energiebesparende investeringen prioriteit nummer 1 moeten zijn. Bij de begrotingscontrole in februari zoekt de Vlaamse regering best naar middelen om dit doeltreffend beleid terug op de sporen te zetten en een nieuw elan te geven.