Havens vragen miljarden. Maar wie betaalt?

In het Vlaams parlement werd minister-president Kris Peeters ondervraagd over de investeringen die gepland worden in de verschillende havens. Want alle havens hebben ambitieuze plannen: de Antwerpse haven wil een nieuwe zeesluis op linkeroever, een bijkomend containerdok en een tweede spoorontsluiting, de haven van Zeebrugge wil haar achterhaven verder uitbouwen en droomt van een duwvaartkanaal (het Schipdonkkanaal), terwijl de haven van Gent ijvert voor een nieuwe zeesluis in Terneuzen. Al die projecten samen lopen in de miljarden. Tot nu toe was het de gewoonte dat de overheid die investeringen op zich nam.

Maar met de huidige financiële crisis is het de vraag of dat nog wel kan.

Peeters antwoordde dat er jaarlijks 354 miljoen euro wordt geïnvesteerd in havens. Het grootste deel daarvan, 221 miljoen, gaat naar het baggeren van de vaarwegen.

Andere kosten gaan naar de loodsdiensten en de verdiepingswerken in Nederland. Er blijft uiteindelijk zo’n 75 miljoen euro per jaar over voor bijkomende investeringen.

De prioriteiten liggen voor Peeters bij een tweede zeesluis in Antwerpen (625 miljoen euro), infrastructuurwerken in de achterhaven van Zeebrugge (700 miljoen) en de nieuwe zeesluis aan het kanaal Gent-Terneuzen (1 miljard). Op de vraag hoe deze drie prioriteiten moeten betaald worden, kwam geen duidelijk antwoord. Er wordt gezocht naar alternatieve financieringswijzen, er wordt nagegaan of de havens zelf een deel kunnen betalen en er wordt bekeken of de investeringen op een lange periode van dertig tot vijftig jaar kunnen afbetaald worden.

Over de twee meest omstreden projecten – het project Seine-Schelde-West en het Saeftinghedok – sprak Peeters zich niet uit. Met bovenstaande cijfers in het achterhoofd lijkt het echter sterk dat daar ooit geld voor kan gevonden worden

Wat de timing betreft, komt de tweede zeesluis op de Antwerpse linkeroever eerst aan bod. De procedure hiervoor is al ver gevorderd, waardoor Peeters verwacht dat de bouwvergunning nog tijdens deze legislatuur kan worden ingediend. De werken aan de nieuwe zeesluis voor het kanaal Gent-Terneuzen zouden moeten starten in 2014. De investeringen in Zeebrugge zouden ongeveer op hetzelfde moment moeten starten.

De parlementsleden wilden verder weten of de diverse plannen van de havens complementair zijn met mekaar. Ook op deze vraag gaf de minister-president een ontwijkend antwoord. Peeters stelde dat het “niet de bedoeling is om dezelfde taart te verdelen onder de havens, maar wel om ervoor te zorgen dat de taart groter wordt waardoor iedereen, de complementariteit indachtig, zeker een stuk van die grotere taart naar zich toe kan trekken”. Maar of en hoe de verschillende projecten complementair zijn, werd er niet bij verteld. Nochtans is het duidelijk dat de nu voorliggende plannen helemaal niet complementair zijn: indien geïnvesteerd wordt in een nieuwe zeesluis voor het kanaal Gent-Terneuzen, wordt project Seine-Schelde-West overbodig, aangezien de kustvaart met zeewaardige binnenschepen vanuit Zeebrugge ook veel voordelen heeft van deze sluis. En als de achterhaven van Zeebrugge verder wordt uitgebouwd voor containers, is het de vraag hoe groot nog de nood is aan een bijkomend containerdok in Antwerpen. De noodzaak van een nieuw containerdok wordt sowieso al veel kleiner indien er nieuwe sluis komt aan het Deurganckdok. Er komt dan achter deze sluis heel wat ruimte vrij voor bijkomende containerbehandeling. 

 

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen