Zes leden van werkgeversorganisaties, zes leden van werknemersorganisaties en twee leden van de milieubeweging, zo geeft onze federale regering invulling aan een evenwichtige samenstelling van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling.
Dat zegt veel over de manier waarop men in regeringskringen dezer dagen tegen duurzame ontwikkeling aankijkt. Wij interpreteren dit als een ondubbelzinnig signaal dat concurrentievermogen en economische groei de enige échte uitdaging is. Dat we daarbij op alle mogelijke fronten tegen de grenzen van ons ecosysteem aanbotsen, is blijkbaar van ondergeschikt belang voor onze politici.
De sociaal-economische partners hebben onder andere via de Nationale Arbeidsraad (NAR) en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) hun eigen fora om in dialoog te gaan en hun bekommernissen aan de regering over te brengen. De dialoog die de laatste jaren was opgebouwd in de FRDO, tussen de vertegenwoordigers van werknemers, werkgevers en milieuorganisaties komt nu ernstig onder druk te staan.
En dat is een slechte evolutie. Wat de regering nog verwacht van de FRDO met deze samenstelling is niet duidelijk. We zullen ons als milieubeweging dan ook ernstig beraden over de rol die we in deze raad nog kunnen spelen.