Het internationaal klimaatbeleid moet tanden krijgen

Verleden week kondigde Obama met toeters en bellen het ambitieuze klimaatplan van de VS aan. Toch is de algemene hoerastemming voorbarig: als de volgende president een Republikein wordt, kan de hele opzet weer als een kaartenhuisje ineenzakken. Staan we dan machteloos tegenover gekken? Dat lijkt de belangrijkste vraag in het klimaatbeleid anno 2015.

‘Een belangrijke stap vooruit’, zo luidden de voorspelbare reacties op Obama’s klimaatplan. Maar hiermee is het klimaat nog lang niet gered. Want Obama schuift de uitvoering naar de volgende president door, en onder de kandidaten die daarvoor in de running zijn, bevinden zich nogal wat klimaatontkenners die niet zullen aarzelen om het hele project te schrappen. Als het plan niet al eerder sneuvelt, door de vele rechtszaken van dwarsliggers.

Al het goede nieuws van de voorbije jaren zal dan slechts een bittere nasmaak hebben. De grootste vervuiler, China, heeft zich in een deal met de VS geëngageerd tot een sterker klimaatbeleid. Maar het is een akkoord waarin ‘gelijk oversteken’ telt. China wil zich slechts engageren als ook de VS stevige klimaatinspanningen levert.

Broeikasgasemissies moeten met bijna 70% dalen

De G7 heeft onlangs een belangrijke verklaring opgesteld waarin ze zegt dat de mondiale broeikasgasemissies met bijna 70% moeten dalen tegen het midden van de eeuw. Fossiele brandstoffen moeten op termijn zelfs definitief in de grond blijven, zeggen de wereldleiders. De tekst kwam er op initiatief van Duitsland, Frankrijk en de VS. Als er na Obama een president aan het roer komt die de klimaatverandering ‘een hoax’ of opgezet spel noemt, dan blijven die engagementen zeker dode letter. Net als een eventueel klimaatakkoord in Parijs.

Dat alles weten we, dat lezen we telkens opnieuw in de commentaarstukken over Obama’s klimaatplannen. Maar daarna wordt het opvallend stil. Staat de wereld dan machteloos tegenover gekken zoals Donald Trump of Scott Walker die met oliegeld de machtigste man op aarde kunnen worden? Klimaatverandering is het grootste gevaar voor een leefbare toekomst, waarom blijven we dan de kat uit de boom kijken in de internationale klimaatpolitiek?

Sanctiemechanisme voor spelbrekers

We hebben het al een keer meegemaakt. Jarenlang is er onderhandeld over het Kyotoprotocol. In 1997 is het getekend en Europa ging flink aan de slag. Maar toen de Republikein George W. Bush aan de macht kwam, weigerde hij het in 2001 simpelweg te implementeren. Exact tien jaar later trok ook Canada zich terug uit het protocol, nadat er een regering aan de macht kwam die zich liet leiden door de oliebelangen. Europa stond er telkens bij en keek ernaar. De enige reactie die je bij politici kon ontwaren, was ‘nu anderen wat minder doen voor het klimaat, gaan wij ook wat minder doen, we moeten niet steeds voorloper zijn.’ En zo werd het grootste gevaar een nog wat groter gevaar.

Het internationale klimaatbeleid heeft nood aan een sanctiemechanisme voor spelbrekers. Dat is de kern van een recent pleidooi van de vooraanstaande econoom William Nordhaus. Enkel op die manier zal het klimaatbeleid in heel wat landen versnellen, stelt hij – en zonder een dergelijk mechanisme zijn we simpelweg gedoemd. Als het internationaal klimaatbeleid tandeloos blijft, zullen landen telkens weer onbestraft hun engagement naast zich neerleggen.

Koolstofheffing en duurdere handelstarieven

Hoe kan zo’n sanctiesysteem eruit zien? Een eerste vorm die Nordhaus voorstelt, is een koolstofheffing aan de grens. Zo zouden Europa en andere landen aan de grens eenzelfde koolstofheffing kunnen opleggen als ze gebruiken voor haar eigen industrie. Staal uit bijvoorbeeld Turkije wordt dan op dezelfde manier belast voor de vervuiling die de productie aanricht als staal uit België. Een meer algemene sanctie kan eruit bestaan dat landen die niet meedoen met een klimaatakkoord op veralgemeende handelstarieven stuiten. Als die achterblijvers willen exporteren naar de landen die meedoen met het klimaatakkoord, dan wordt dat duurder.

Het sanctiemechanisme hoeft er niet precies zo uit te zien als Nordhaus bepleit. Maar twee zaken zijn belangrijk. Eén, de sleutel voor een geloofwaardige oplossing voor het klimaat ligt ook in het handelsbeleid. Twee, Europa is de grootste markt ter wereld. Ze zal dus de pleitbezorger moeten zijn van zulke oplossingen in klimaatonderhandelingen en handelsbesprekingen. Een dergelijke bijstelling van de ‘vrijhandelsagenda’ houdt ook theoretisch steek. Vrijhandel leidt volgens de economiehandboeken tot meer welvaart en lagere prijzen. Maar die welvaartswinst valt in het niets bij de schade die klimaatverandering aanricht. Het staat dus vast dat beleidsmakers beide uitdagingen, handel en klimaat, samen moeten aanpakken.

Klimaatbeleid