Hoog tijd voor een Vlaams adaptatiebeleid

Dat het klimaat verandert, moeten we u niet meer vertellen. Ook bij ons heeft dat gevolgen: een groter risico op hitte-eilanden en overstromingen, om er maar een paar te noemen. Het goede nieuws is dat een goed doordachte ruimtelijke ordening die gevolgen kan helpen opvangen. En de bouwstenen voor zo’n adaptatiebeleid liggen klaar. Tijd om de handen uit de mouwen te steken.

9 bouwstenen

Klimaatverandering is een wereldwijd fenomeen en laat zich ook voelen in Vlaanderen. In de toekomst krijgen we warmere en drogere zomers. Daardoor verdrogen natuurwaarden en dalen de grondwatertafels. Onaangename hitte-eilanden dreigen voor de bebouwde omgeving. Tegelijk krijgen we af te rekenen met intensere regenbuien, wat de kans op overstromingen doet toenemen.

Een goed doordachte ruimtelijke inrichting kan die gevolgen helpen opvangen, terwijl een slecht ruimtelijke ordeningsbeleid ze net zal verergeren. Vandaag staat dat ‘adaptatiebeleid’, maatregelen om ons aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering, nog in de kinderschoenen. Een nieuw onderzoek geeft negen bouwstenen voor een volwaardig Vlaams adaptatiebeleid.

Waar te beginnen? Bij de negen bouwstenen die een nieuw onderzoek naar een adaptatiebeleid voor de ruimtelijke inrichting van Vlaanderen aanbiedt, bijvoorbeeld. Bij die maatregelen geeft het onderzoek ook concrete ontwerpende onderzoeken voor plekken in de Antwerpse Zuidrand en de Brusselse Noordrand. We overlopen:

1. Stadsbossen

Een stadsbos is een koele plaats in verstedelijkt gebied. Als een bos overloopt in de rand van de stad, zorgt dat voor een verkoelende bries doorheen de warmere, bebouwde zone. Op die manier zijn stadsbossen een soort natuurlijke ventilator voor hitte-eilanden.

2. Collectieve tuinen

Verwijder afsluitingen tussen private tuinen en maak een grotere, collectieve tuin. Zo’n collectieve tuin kan veel beter gevolgen van klimaatverandering opvangen. Het geeft verkoeling aan meer mensen, er is meer ruimte voor waterbeheer en buurtbewoners kunnen er zelf groenten kweken.

3. Ecologische wijken

De klimaatimpact van een 19de-eeuwse stadswoning is de helft van die van een passiefwoning op de boerenbuiten. Het verschil zit ‘m in de auto-afhankelijkheid. Ecologische wijken liggen in de stads- of dorpskern, zodat traag verkeer of openbaar vervoer een alternatief voor de auto bieden. Bovendien blijft er ruimte  voor verkoelend groen als we in grotere dichtheden bouwen. En daar komt nog bij dat aaneengesloten bebouwing beter is voor het energieverbruik.

4. Waterlandschappen

Een waterlandschap combineert waterbeheer met recreatie. Door ruimte te voorzien voor wateropvang, kan overtollig regenwater vastgehouden worden en kan het infiltreren in de bodem, om zo het grondwater aan te vullen. Tegelijk is het speelruimte voor iedereen.  

5. Groenblauw raamwerk

Door ingebuisde beken of overwelfde rivieren opnieuw open te leggen, ontstaan blauwe aders doorheen het verstedelijkt gebied. Als we de oevers dan ook nog groen inrichten, krijgen we er nog extra ruimte voor verkoelende natuur bij.

6. Landschapsparken tussen steden

Landschapsparken tussen de steden zijn van groot belang voor de biodiversiteit en kunnen CO2 uit de lucht opnemen. Ook hebben stadsbewoners zo groene ruimte en natuur in de buurt om te ontspannen.

7. Koele ontmoetingsplekken

Drukke, bruisende plekken in de stad waar verschillende activiteiten samenkomen, heten in architectentaal ‘micro-centraliteiten’. Ervoor zorgen dat deze publieke ontmoetingsplaatsen ook in hete zomers aangenaam blijven, vraagt een eigen aanpak: met verticaal groen op gevels, daktuinen en schaduwplekken bijvoorbeeld. Absolute voorrang moet gaan naar voetgangers en fietsers.

8. Stedelijke velden

Velden in verstedelijkte zones kunnen gebruikte worden voor korteketenlandbouw, sport en recreatie. Doordat deze velden open zijn, versterken ze ook verkoelende windstromen doorheen de stad.

9. Watervoorraden

Waterbassins houden het overtollige regenwater van hevige regenbuien vast. Deze watervoorraad kunnen we in tijden van droogte gebruiken voor landbouw. Ook worden zo de grondwatertafels aangevuld.

> De studie werd uitgevoerd door Technum, in opdracht van Ruimte Vlaanderen.

Klimaatbeleid