Huishoudelijke apparatuur krijgt nieuwe energielabels

Het energielabel op huishoudelijke apparatuur zal veranderen. Het label, dat met een letter van A tot G aangeeft of je al dan niet een zuinig toestel voor je hebt, is welbekend. Recent onderzoek toonde aan dat consumenten dit label duidelijk vinden en dit het liefst willen behouden. Helaas, Europa heeft er anders over beslist. Weliswaar na vele voorstellen en uitvoerige discussies. Grootste probleem met de huidige energielabels is, dat voor heel wat apparatuur, de lagere energieklassen intussen al lang niet meer verkocht worden. Een toestel met een gewoon A-label garandeert al lang niet meer dat het om één van de efficiëntste toestellen gaat.

Om toch nog onderscheid te kunnen maken, kwamen vervolgens labels met A+ of A++ op de markt. Een maatregel drong zich op. Meest logisch daarbij was geweest om de verschillende energieklassen te herdefiniëren, zodat het minst efficiënte toestel opnieuw een G-label zou krijgen. Zwaar lobbywerk van de sector heeft dit vanzelfsprekende voorstel in de kiem gesmoord. En bijgevolg krijgen straks de minst efficiënte toestellen een… A-label.

Afhankelijk van de productgroep , krijgt het efficiëntste product een label A -20% of A -40%, enz… Als consument weet je daardoor wel hoeveel beter het product scoort ten opzichte van een product met A-label. Maar het zal wel wat opzoekingwerk vergen om te weten hoeveel efficiënter het kan. Voor de ene productgroep zal A -40% de beste score zijn, voor de andere A -60%. Het systeem zal dus minder efficiënt zijn, dan had gekund. En daar is de producentenlobby de eerste verantwoordelijke voor.

De maatregel werd eind maart goedgekeurd door de Europese Commissie, in overleg met experten uit de verschillende Lidstaten. De ministerraad en het Europese Parlement hebben nog drie maand om te reageren vooraleer hij officieel in het Europese Staatsblad zal worden gepubliceerd.

Energiebesparing