Industriecomité (en Belgische regering?) niet geïnteresseerd in klimaat

Het industriecomité van het Europees parlement (ITRE) vindt dat lidstaten zich een weg moeten kunnen kopen uit hun verplichtingen om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren. Vorige week maandag stemde dat industriecomité voor het verhogen van de toegang tot de zogenaamde “flexibele mechanismen” om de CO2-doelstelling voor 2020 te halen. Daarmee betalen Europese landen voor projecten buiten Europa, om in Europa zelf minder te moeten investeren. Zorgwekkend is dat de Belgische regering in dezelfde richting lijkt te denken.

Het voorstel van het industriecomité komt er op neer dat tot 80% van de reductie die tegen 2020 nodig zou zijn, buiten de Europese grenzen zou plaats vinden. Of nog, dat de uitstoot van niet-industriële sectoren maar met een magere 2% zou dalen ten opzichte van 2005. In een reactie sabelden de milieuorganisaties de voorstellen neer. Als ze het halen, kunnen we dag zeggen tegen Europa als credibele klimaatpartner.

Dit gaat over het Parlement. Bijzonder zorgwekkend is dat de Belgische regeringen blijkbaar ook graag de flexibliteit zouden verhogen. Dat bleek op de voorstelling van de resultaten van de klimaatstudie van het Federaal Planbureau vorige week donderdag. In die studie moest het Planbureau in opdracht van de Belgische regeringen een scenario opnemen dat de toegang tot flexibele mechanismen nog hoger legt. Het percentage ligt in dat scenario op 5%, wat nog hoger is dan wat het Industriecomité nu voorstelt. Als dit voorstel het zou halen, zou maar liefst 100% van de reductie in het buitenland kunnen!

Het hoeft niet gezegd dat dit een onaanvaardbaar Belgisch standpunt zou zijn. Tot nader order gaan wij er van uit dat het nog altijd de bedoeling is geloofwaardig werk te blijven maken van klimaatbeleid. 

Klimaatbeleid