Kans op kernramp 200 groter dan gedacht

De kans op een kernramp zoals die van Tsjernobyl of Fukushima is veel groter dan oorspronkelijk gedacht. Uit een onderzoek van het Max Planckinstituut voor Chemie in het Duitse Mainz, blijkt dat de kans op een zwaar kernongeval één op de 10 tot 20 jaar is. Het risico  is 200 keer groter dan tot nu toe werd ingeschat. Bovendien heeft West-Europa de grootste kans op radioactieve besmetting.

Sinds de kernramp in Fukushima stelden vele mensen bij ons zich de vraag hoe groot de kans is, dat we met een kernramp van die schaal geconfronteerd worden. De onderzoekers van het Max Planckinstituut becijferden dit op basis van een eenvoudige rekensom. Ze deelden het totaal aantal draaiuren van alle kerncentrales wereldwijd door het aantal kernsmeltingen - 1 in Tsjernobyl en 3 in Fukushima - waar we tot op vandaag mee geconfronteerd werden. Dit resulteert in de kans op een kernongeval van 1 in de 3.625 jaar. De onderzoekers rondden dit getal af naar 5.000 en deelden dit door het aantal kernreactoren wereldwijd (440). Dit resulteert in een kans van 1 op de 10 tot 20 jaar dat er ergens ter wereld een kernongeval plaatsvindt.

Besmetting

Aan de hand van klimaatmodellen berekenden de onderzoekers daarnaast ook het risico op radioactieve besmetting. Uit de modellen blijkt dat bij een kernongeval slechts 8% van de radioactieve deeltjes in een straal van 50 kilometer rond de kerncentrale wordt afgezet. Ongeveer 50% van de deeltjes legt zo’n 1.000 km af en 25% van de radioactieve deeltjes wordt zelfs over 2.000 kilometer getransporteerd. Dit toont duidelijk aan dat een kernongeval voor radioactieve besmetting kan zorgen die de nationale grenzen ver overschrijdt. Dit geldt zeker voor het dichtbevolkte Europa.

Volgens het onderzoek is de kans op een aanzienlijke radioactieve besmetting in West-Europa 1 in de 50 jaar. Indien een kernsmelting zou plaatsvinden in één van de Europese kernreactoren zouden gemiddeld 28 miljoen mensen geconfronteerd worden met hoge radioactiviteit. Vooral de bevolking in het zuidwesten van Duitsland lijkt een zeer hoog risico te lopen op radioactieve besmetting, doordat de regio in de dominante windrichting ligt van de kerncentrales op de grens met Frankrijk, België en Duitsland. Het is dus duidelijk dat niet alleen de Duitse kernuitstap, maar ook onze beslissing om de kerncentrales al dan niet te sluiten een belangrijk gevolg kan hebben voor onze buurlanden.

De onderzoekers van het Max Planckinstituut roepen op om de risico’s van kernenergie verder grondig te analyseren. En, zo stellen ze, daarbij moet een internationaal gecoördineerde uitfasering van kernenergie absoluut overwogen worden.

Kernuitstap