Lagere snelheid op Brusselse Ring komt veiligheid wel ten goede.

Vorige week verraste Vlaams minister van Leefmilieu Hilde Crevits met de stelling dat het verlagen van de maximumsnelheid op de Brusselse ring tot ernstiger ongevallen met meer zwaargewonden en doden aanleiding zou kunnen geven. Voldoende reden voor de minister om een algemene snelheidsverlaging af te wijzen. Zij baseerde zich hierbij op een studie van het Vlaams Verkeerscentrum. Daaruit zou blijken dat er door de snelheidsverlaging een grotere vermenging zou ontstaan tussen het personen- en vrachtverkeer, wat de impact van gebeurlijke ongevallen zou verhogen. Merkwaardig is dat die studie ook heel wat andere – en deze keer positieve – elementen aanhaalt. Zo lezen wij : Het aantal uitgevoerde rijstrookwissels neemt af bij een snelheidsverlaging. Naast een verminderde kans op ongevallen  door  het  lager  aantal  uitgevoerde  manoeuvres,  neemt  het  rijcomfort  van  de  weggebruiker hierdoor toe.”  

Na enig aandringen – eigenlijk zouden overheidsstudies automatisch op internet toegankelijk moeten zijn – kregen wij de studie in handen. Daaruit blijkt inderdaad dat bij eenvoudige invoering van een 100km/u-grens (zonder bijkomende (handhaving) er meer personenwagens op de eerste rijstrook zouden rijden (+ 2 %) en meer vrachtwagens op de tweede rijstrook (+ 5 %). Zonder twijfel zou dit de impact van gebeurlijke ongevallen verhogen. Maar dat is slechts één van de elementen uit de studie. Een ander element is dat van de ‘verweving’ (het wisselen van rijstrook). Dit zou gevoelig dalen, en daardoor de verkeersveiligheid ten goede komen. Een derde element, dat door de studie wordt aangehaald, is dat van de snelheidsverschillen tussen de diverse gebruikers. Ook die zou afnemen. Met weerom een positieve invloed op de verkeersveiligheid. En tot slot verwijst de  studie ook naar een recent onderzoek van het steunpunt verkeersveiligheid, dat aangeeft dat het aantal ongevallen bij verlaging van de maximumsnelheid gevoelig zou kunnen dalen (met 1 % per km/u minder) en dat de impact van de ongevallen bij lagere snelheid nog sterker zou dalen.

De aangehaalde stelling over het ‘verhoogde risico’ is dus slechts een correctie op een positieve tendens. Dat de impact van een snelheidsverlaging beperkt zal zijn in de periodes dat door congestie reeds traag gereden wordt, ligt natuurlijk voor de hand. Het beste resultaat valt dan ook, te verwachten buiten de spitsuren.

Uit de studie van Transport & Mobility Leuven, in opdracht van Bond Beter Leefmilieu uitgevoerd in het najaar van 2008, bleek dat het aantal doden met 44 % zou dalen bij daling van de maximumsnelheid tot 100 km/u op de Vlaamse autowegen, en het aantal zwaargewonden met 27 %.  De studie van het Vlaams verkeerscentrum brengt nu bijkomende informatie aan: de positieve impact zal op de Brusselse Ring in elk geval lager liggen: er wordt daar nu al minder snel gereden door de grote verkeerintensiteit. Bovendien brengt de toegenomen verweving tussen vracht- en personenwagens een extra ‘correctie’ aan. De voordelen van een algemene snelheidsverlaging zouden dus op de Brusselse Ring wellicht lager zou zijn, maar de studie becijfert die impact jammer genoeg niet.

De keuze, die de minster naar voren schuift, om via intelligente verkeersturing aan trafic-management te doen is daarom nog geen slechte keuze.  Maar ook bij intelligente verkeersturing horen maximumsnelheden. Vraag is: dewelke?