In 2022 sprak de Europese Commissie van een ‘dringende nood om de stijgende trend te keren’ m.b.t. de klimaatmaatregelen van het voorliggende Vlaamse landbouwbeleid. 

Landbouwsector nieuwkomer in top 3 grootste broeikasgasuitstoters

In 2022 sprak de Europese Commissie van een ‘dringende nood om de stijgende trend te keren’ m.b.t. de klimaatmaatregelen van het voorliggende Vlaamse landbouwbeleid. 

Sinds 2019 behoort de landbouwsector bij de top 3 grootste (niet ETS) broeikasgasuitstoters van onze regio. Het Vlaams regeerakkoord zou een sturende rol moeten spelen in de verschillende landbouwdossiers die zich deze legislatuur opdringen, maar de impact van landbouw op het klimaat blijft quasi onbesproken. Wat vaststaat: de verschillende landbouwdossiers passeren niet (meer) zonder slag of stoot.

In stijgende lijn

Sinds 2019 kunnen we de landbouwsector bij de top 3 grootste (niet-ETS) broeikasgasuitstoters van onze regio rekenen. Dat zijn emissies die niet onder het Europese Emissiehandel (ETS) systeem vallen, zoals transport en huishoudens. De landbouw is bovendien de enige sector die een stijging van de totale broeikasgasemissies in de sector optekent. Tussen 2005 en 2020 steeg dat cijfer voor de landbouwsector met 4%. VMM en VEKA geven aan dat de belangrijkste bron van die toename de veeteelt is. Het laatste Vlaams Energie- en Klimaatrapport stelt duidelijk dat de verdere reductie van methaan en lachgas, met samen een aandeel van 70% van de totale landbouwuitstoot, een grote uitdaging blijft. Het regeerakkoord wil via een green deal de uitstoot vanuit verteringsprocessen (lees: methaan) terugdringen. Ook het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en het het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds zouden moeten bijdragen aan de reductie van de broeikasgasemissies van landbouw. 

Het gênante Convenant

Als antwoord op het feit dat bijna de helft van de broeikasgasemissies van de landbouwsector uit het verteringsproces van herkauwers afkomstig is, riep de regering een vrijwillig samenwerkingsverband van de sector in het leven: het stilgezwegen Convenant Enterische Emissies. Vijftien organisaties, waaronder de federaties van Belgisch vlees, veevoer en zuivel engageerden zich om toe te werken naar een reductie van 19% tegen 2030 (t.o.v. 2005). Na 3 jaar is het resultaat zorgwekkend. Het jaarrapport 2020 tekent een stijging op van 7% sinds 2007, in het jaarrapport 2021 gaat het al om 9%. Rekenen we vanaf 2005, in lijn met de doelstelling van het Convenant, dan bedraagt de stijging maar liefst 12%. Nochtans verhoogde minister Demir op de COP21 zelfs de inzet (-30% tegen 2030 t.o.v. 2020) door het ondertekenen van de Methane Pledge. Daarbovenop wordt gesteld dat landbouw 10% méér inspanningen zal moeten leveren om de CO2-uitstoot terug te dringen.

Andere dossiers mee in het bad

De impact van landbouw op het klimaat blijft in deze regering quasi onbesproken. In het voorliggende GLB wordt gesteld dat de “bijdrage aan het reduceren van de niet-energetische broeikasgasemissies (uitstoot van methaan en lachgas gelinkt aan landbouwdieren) volgens de berekeningen zeer beperkt is”. Dat belooft. De Europese Rekenkamer stelde in 2021 dat de meer dan 100 miljard euro subsidies voor klimaatmaatregelen in het Europese GLB nog niet hebben geleid tot een reductie van de uitstoot. In 2022 sprak de Europese Commissie al van een ‘dringende nood om de stijgende trend te keren’ m.b.t. de klimaatmaatregelen van het voorliggende Vlaamse GLB. Naast een volledig omslag van het convenant, is het dan ook broodnodig om klimaat ook te laten doorwerken in andere dossiers. Van belang daarbij is dat deze maatregelen niet vertrekken van het individuele dier, maar kijken naar het groter plaatje. En dan komt de nood aan een meer grondgebonden veeteelt, en zo minder dieren, hoe dan ook terug in beeld. Zolang die omslag niet centraal staat, zal het klimaatpalmares in de landbouwsector onvoldoende blijven. 

Hoe brengen we de Vlaamse landbouw en natuur in harmonie? Ontdek onze +200 voorstellen voor een sociaal rechtvaardig klimaatbeleid

Route 24

Meer over Route 24