Meer ruimte voor water

Recent keurde de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) haar eindrapport goed over de overstromingen van november vorig jaar. Het document bestaat uit twee grote luiken: een inventaris die in detail aangeeft waar en waarom er wateroverlast optrad en een actieplan met een hele reeks aanbevelingen aan de overheden die verantwoordelijk zijn voor het waterbeheer.

Volgens het rapport hebben de overstromingen van november 2010 duidelijk aangetoond dat er te weinig ruimte beschikbaar is voor waterbuffering bij hevige regenval. Vlaanderen heeft volgens de CIW nood aan extra overstromingsgebieden om piekdebieten te kunnen opvangen. Ook is er onvoldoende buffercapaciteit voorzien bij grote verhardingen zoals parkings, verkavelingen enz. maar ook bij (grote) gewestwegen.

De vele investeringen van de waterbeheerders in waterbouwkundige infrastructuur lonen toch: uitgevoerde ingrepen hebben tijdens de crisissituatie van november 2010 erger kunnen voorkomen. De bestaande gecontroleerde overstromingsgebieden, de waterbeheersingsinfrastructuur en de automatische sturing van de infrastructuur hebben goed gefunctioneerd, maar de bestaande gecontroleerde overstromingsgebieden bleken voor heel wat waterlopen gewoon te klein. Om het hoofd te kunnen bieden aan de wateroverlastproblemen is het voor de CIW van fundamenteel belang dat er verder en/of versneld uitvoering gegeven wordt aan waterbeheerplannen zoals de bekkenbeheerplannen en het SIGMAplan.

Tot slot stelt het rapport dat nog altijd te snel gekozen wordt voor afvoeren van overtollig regenwater. Ondanks het feit dat het principe “eerst vasthouden, dan bergen, en ten slotte (traag) afvoeren” in allerlei beleidsdocumenten als principe naar voor wordt geschoven. Problemen worden daardoor afgewenteld naar stroomafwaartse gebieden. En wat daar de gevolgen van zijn hebben we in november gezien.

Waterkwaliteit