Middenveld nauwelijks betrokken bij opmaak Vlaams adaptatieplan

Overal op de wereld zul je de invloed van de klimaatverandering voelen. In Vlaanderen zijn de voorspelde gevolgen van de klimaatverandering onder meer een grote toename van de hoeveelheid neerslag in de winter en langere periodes van droogte en extreem onweer in de zomer. Gevolg? Nog meer overstromingen enerzijds en verdroging anderzijds, problemen met watervoorziening en een verminderde waterkwaliteit. Om de weerbaarheid van Vlaanderen tegen de gevolgen van de klimaatverandering te verhogen startte de Vlaamse overheid vorig jaar met de opmaak van het Vlaams adaptatieplan. Dit plan vormt een onderdeel van het (derde) Vlaams klimaatplan en moet dit jaar afgerond zijn.

Het Vlaams adaptatieplan startte officieel met een conferentie in mei 2011 en de conceptnota (derde Vlaams Klimaatbeleidsplan) die de Vlaamse regering goedkeurde.

Momenteel leveren de verschillende relevante beleidsdomeinen hun input voor het adaptatieplan. Landbouw en het integraal waterbeleid (CIW) deden hun zeg al. In het rapport over waterbeleid ligt de nadruk op het voorzien van ruimte voor water en het verhogen van de ecologische veerkracht van het watersysteem. Ook de drie-stap-strategie:  vasthouden - bergen - (vertraagd) afvoeren, waar BBL al lang voor pleit, wordt erkend als belangrijke leidraad.

Recent werd ook de studie ‘LNE adapteert’ afgerond. De studie beschrijft voor de beleidsvelden leefmilieu, natuur en energie de te verwachten effecten van klimaatverandering en brengt maatregelen en strategieën in beeld waarmee het departement leefmilieu, natuur en energie (LNE) hierop kan anticiperen.

De resultaten bevatten weinig nieuws: wijzigingen in de soortensamenstelling van flora en fauna en het functioneren van ecosystemen, vochtafhankelijke natuur komt onder druk, mogelijke schade aan natuurwaarde en landschap, toenemende kans op branden, verslechtering waterkwaliteit, meer erosie, … De studie geeft ook mogelijke maatregelen mee: grotere natuurgebieden, verweving en verbinding tussen natuurgebieden en gebruik van de natuur als nevenfunctie in steden, bedrijventerreinen, landbouwgebied, enz. zijn de rode draden.

LNE schuift volgende generieke maatregelen naar voor: (1) ‘climate-screening’ van bestaand beleid, (2) integratie van adaptatie in milieu-effectenrapporten, vergunningverlening en handhaving en (3) onderzoek, sensibilisatie en gedragsverandering. De belangrijkste strategieën zijn (1) het meer en beter verankeren van klimaatadaptatie in beleid, maatregelen en instrumenten, (2) werken aan sensibilisering en kennisontwikkeling en (3) inzetten op een geïntegreerde aanpak.

Wat in verschillende studies terugkomt, is het belang van natuurlijke adaptatiemaatregelen. BBL pleit samen met Natuurpunt al langer voor het samengaan van ruimteclaims voor adaptatie met meer ruimte voor natuur. Momenteel loopt ook een studie naar de economische weerslag van de klimaatverandering in Vlaanderen. Het Vlaams Adaptatieplan zal in de loop van dit jaar alles samenbrengen.

BBL vraagt de Vlaamse overheid om, op basis van de voorliggende rapporten, een voldoende ambitieus adaptatieplan op te maken met duidelijke prioriteiten en concrete maatregelen. Een nauwe samenwerking tussen de verschillende beleidsdomeinen en afstemming met het middenveld is hierbij van groot belang. Momenteel ziet het ernaar uit dat de overheid de verschillende stakeholders pas op het einde van de rit via de adviesraden zal consulteren over het adaptatieplan. BBL zou liever zien dat het middenveld nu actief in het proces wordt betrokken, zodat effectiever kan worden samengewerkt.

Klimaatbeleid