Minaraad vernietigend voor nieuwe energieconvenanten

Vorige week stelde de Minaraad een advies op over de nieuwe energieconvenanten. Het was lang uitkijken naar deze vrijwillige overeenkomst tussen de Vlaamse regering en bedrijven. Die zou er immers voor moeten zorgen dat onze industrie voorts werk maakt van een stevig energiebesparingsbeleid. Vlaams minister van Energie Freya Van den Bossche (SP.a) kondigde al aan dat de nieuwe convenanten zullen zorgen voor een jaarlijkse energiebesparing van 1%. De Minaraad heeft daar echter grote bedenkingen bij.

Nu het benchmark- en auditconvenant op hun einde lopen, wordt het tijd voor een opvolger. Het nieuwe convenant moet bedrijven er op een vrijwillige basis toe aanzetten om meer energie te besparen. Hierbij geeft de Vlaamse regering, net zoals in het verleden, een aantal tegenprestaties in ruil voor bedrijfsengagementen op het vlak van energiebesparing. Zo engageert de regering zich om geen bijkomende wetgeving op het vlak van energie- of CO2-besparing op te leggen, tenzij Europa erom vraagt.

Bovendien krijgen de bedrijven die toetreden tot de overeenkomst, de garantie dat ze van fiscale vrijstellingen van de accijnzen op fossiele brandstoffen kunnen blijven genieten. Tegenover deze gunstmaatregelen staat een bijzonder zwak engagement van de bedrijven dat bovendien dreigt uitgehold worden door verschillende achterpoortjes. Volgens de Minaraad zullen de voorliggende convenanten dan ook nauwelijks leiden tot een bijkomende energiebesparing ten opzichte van wat wettelijk al verplicht is.

In antwoord op een parlementaire vraag eerder dit jaar gaf minister Van den Bossche zelf toe dat het niet mogelijk is af te wegen of de maatschappelijke baten van de aflopende convenanten groot genoeg zijn om te verantwoorden dat het bedrijf gunsten krijgt voor die inspanningen. Ondanks deze grote tekortkoming, gaat de minister nu verder op dit pad en slaat ze bovendien één van de belangrijkste aanbevelingen van een evaluatie van het Vlaams Energie Agentschap in de wind. De voorliggende convenanten bevatten namelijk geen enkele kwantificeerbare resultaatsverbintenis. Zo wordt geenszins de vinger aan de pols gehouden om te oordelen of onze industrie echt op weg is naar een veel energiezuinigere bedrijfsvoering, in ruil voor de reeks tegemoetkomingen die de regering biedt. Dit is bijzonder jammer.

De regering laat met deze convenanten een kans liggen om onze industrie echt weerbaar te maken tegen stijgende energieprijzen. De enige manier om onze industrie leefbaar te houden op de lange termijn, is immers een verregaande transitie naar een veel lager energieverbruik en bijbehorende CO2-uitstoot.

Je kan het advies van de Minaraad hier raadplegen.

Windenergie