Mobiliteit

“Zo kunnen we in vijf jaar tijd de opgelopen achterstand verder wegwerken.”

Zelfs na het drie maal herlezen van het hoofdstuk ‘slimme mobiliteit en logistiek’, is het ons niet duidelijk waar de nieuwe regeringsploeg naar toe wil. Ja: er zal worden geïnvesteerd in fietspaden. Ja: er zal worden geïnvesteerd in openbaar vervoer. Ja: er zal worden geïnvesteerd in waterwegen. Ja, …  De lijst duurt vier bladzijden. In essentie komt het er op neer dat zal worden geïnvesteerd in allerlei infrastructuren om de opgelopen achterstand weg te werken. Niet meer dan logisch dus, dat de bevoegdheid voor openbare werken en mobiliteit in één hand zijn samengebracht. Maar de kans dat het verkeersinfarct de komende vijf jaar ten goede evolueert is gering. Een cruciale - zij het niet alleenzaligmakende – maatregel om de verkeersstroom echt in te dammen – het rekeningrijden of  ‘slimme kilometerheffing’ – komt er de komende legislatuur enkel voor vrachtwagens (tegen 2013 als het goed gaat). Voor personenwagens? Een proefproject! Blijkbaar valt dat nog wel mee met dat verkeersinfarct, als de regering denkt nog 5 jaar achterover te kunnen leunen.

De immense druk op milieu en gezondheid – verkeer is de voornaamste bron van fijn stof, van lawaai en van CO2 – is in het akkoord één lijntje waard. Maar geen enkele concrete maatregel. Geen milieuzones in de steden (nochtans aangeraden door de Europese Commissie), geen extra inspanning inzake geluidschermen langs de autowegen (komt niet voor in het rijtje ‘investeringen’), geen verlaging van de snelheid op autowegen…

De Vlaamse regering is wel van plan om de verkeersbelastingen te moduleren op basis van de milieukenmerken van de auto’s. Ze heeft in dit verband al 4 jaar een uitgewerkt voorstel in de lade liggen, dat vertrekt van de Vlaams uitgewerkte Ecoscore. Die ziet Febiac echter niet zitten. Blijkbaar heeft hun verzet geholpen: het woord ‘Ecoscore’ komt in de tekst niet voor.

Als we dan toch enkele accenten mogen vermelden die ‘nieuw’ zijn – of toch pas recent aan de oppervlakte kwamen: het accent op ‘dynamisch verkeersmanagement’, de keuze om in elke provincie in te zetten op trams en het ontwikkelen van voorstadnetwerken in het openbaar vervoer. Allemaal toe te juichen.

En de ‘missing links’ (in het wegennetwerk) waarvan er de voorbije jaren bijna elke maand wel een ‘nieuwe’ opdook? Hier lijkt de rede terug te zijn ingetreden. Enkel de reeds lang afgesproken missing links, die passen binnen RSV1, zullen worden uitgevoerd. De discussie zal dus gaan over de ‘uitvoering’. Zoals nu al het geval is bij de Oosterweelverbinding is er ook in de Kempense  en Limburgse Noord-Zuidverbindingen keuze uit diverse tracés. Bleek de vorige regering toch wel systematisch de meest milieubelastende keuzes te maken. Eén lange wapper maakt de lente niet. En opvallend: van de verbreding van de Brusselse ring is geen sprake meer. Keuze? Vergetelheid? Of moet het antwoord gezocht worden in de cryptische zin "het prioriteren van  nieuwe grote infrastructuurprojecten wordt gebaseerd op een objectieve behoefteanalyse en een maatschappelijke kosten-batenanalyse, waarbij ook met het nul-alternatief rekening wordt gehouden”. Dus toch ruimte voor nieuwe projecten?

Gedeelde mobiliteit