Ook op het vlak van hernieuwbare energie hebben we nood aan een inhaalbeweging. In 2010 werd 3,4% van onze energiebehoefte opgewekt met hernieuwbare energie. Tegen 2020 zal België haar aandeel hernieuwbare energie moeten optrekken tot 13%. Het is nog niet duidelijk welk aandeel hiervan in Vlaanderen zal gerealiseerd worden, maar het staat vast dat we nog een lange weg te gaan hebben.
Dankzij de ondersteuning met groenestroomcertificaten, kende de groenestroomproductie een stevige groei. Vandaag is 5, 5 procent van het stroomverbruik hernieuwbaar. Deze groei moet doorgezet worden, maar het is nog onduidelijk hoe onze beleidsmakers groene stroom verder willen ondersteunen.
Het leeuwendeel van de groene stroom wordt nog steeds geleverd door biomassa. Met deze energievorm moeten we echter voorzichtig omspringen, niet alle biomassa is immers even duurzaam. Zo wordt nog heel wat biomassa verspild als bijstook in verouderde steenkoolcentrales of in elektriciteitscentrales waar de restwarmte verloren gaat. Daarnaast worden ook afvalverbrandingsovens ondersteund om biomassa te verbranden, wat allerminst getuigt van een efficiënte inzet. Gezien het belang van biomassa in onze stroommix, dringt een visie over een duurzame, doordachte en efficiënte inzet van biomassa zich op.
Tot slot hebben we nood aan een inhaalbeweging op het vlak van groene warmte en het gebruik van restwarmte. Deze vormen van hernieuwbare energie en energiebesparing blijven zwakke broertjes in ons energiebeleid. Uit het milieurapport blijkt dat groene warmte vandaag instaat voor slechts 2,5 % van het warmtegebruik. Hier ligt nog een gigantisch potentieel. De subsidies voor groene warmte en restwarmte die dit jaar voor het eerst zullen worden toegekend, zijn een eerste stap om dit potentieel te ontsluiten. Maar subsidies op zich zullen niet voldoende zijn. Er is nood aan een echte warmtebeleidsvisie. Daarbij zou onder andere een warmtekaart moeten gemaakt worden die de nood aan warmtenetten in kaart brengt en die aanbieders van groene warmte toelaat om vragers voor hun warmteoverschot te vinden.