Provincie Limburg weigert nieuwe milieuvergunning TorrCoal

Midden vorig jaar berichtten we over de plannen van het Limburgse bedrijf TorrCoal om biomassa-afval en restafval te gebruiken als grondstof voor hun productie van “groene steenkool”. Het bedrijf, dat momenteel enkel zuivere biomassastromen verwerkt tot TorrCoal via een proces dat vergeleken kan worden met het roosteren van hout bij afwezigheid van zuurstof, had in een nieuwe milieuvergunning de toelating gevraagd om ook biomassa-afval en Solid Recovered Fuel (SRF, uitgezuiverd restafval dat als brandstof gebruikt kan worden) te mogen verwerken gebruiken als grondstof voor de productie van Torrcoal.

Tegen deze aanvraag werden 122 bezwaarschriften ingediend, waaronder 1 van de Limburgse Milieukoepel en Bond Beter Leefmilieu. Onze bezwaren draaiden voornamelijk rond het feit dat biomassa-afval en SRF verwerken tot een energiebron voor steenkoolcentrales in strijd is met een duurzaam materialenbeleid (recyclage komt in het gedrang) en met een duurzaam energie- en klimaatbeleid (steenkoolcentrales zijn de meest vervuilende energiecentrales).  We zijn dan ook verheugd dat de provincie Limburg deze mening deelt en de milieuvergunning heeft geweigerd.

Maar er is meer aan de hand. De bestaande vergunning die het bedrijf heeft om zuivere biomassastromen te verwerken, blijft gelden. Er waren tijdens het openbaar onderzoek echter ook tal van bezwaren van omwonenden in verband met geluidshinder, geurhinder, overschrijden van de fijnstofnorm, en de talrijke branden die er op het bedrijf al geweest zijn sinds de oprichting in 2009.

Daarnaast hebben ook de gemeentelijke milieudienst en de OVAM in hun negatief advies bij de nieuwe vergunningsaanvraag een aantal negatieve kanten van de huidige bedrijfsvoering blootgelegd. Zo kwamen de gegevens in de aanvraag niet overeen met de werkelijkheid. Het register met gegevens over de aangevoerde biomassa wordt niet correct ingevuld, waardoor men niet kan nagaan of er geen afvalstoffen worden gebruikt. Er is geen rookgasreiniging voorzien die de schadelijke stoffen die in SRF of een aantal biomassa-afvalstromen aanwezig zijn kan tegenhouden. En zo gaat de lijst met bezwaren nog wel even door.

Kortom, de manier waarop dit bedrijf momenteel biomassa verwerkt tot Torrcoal is onrustwekkend. Bovendien blijkt dat het bedrijf nog maar gedurende 20 dagen Torrcoal heeft kunnen produceren sinds de oprichting. Dit alles maakt duidelijk dat het hier niet gaat om een volwassen technologie die bijdraagt tot een duurzame energieproductie. Het gaat hier integendeel om een experimentele installatie die het bedrijf duidelijk niet onder controle heeft, en meer milieuhinder produceert voor de omgeving dan toegevoegde economische waarde. We stellen dan ook voor dat de gemeente Bilzen ernstig nadenkt of de activiteiten van dit bedrijf niet beter stilgelegd worden tot het bewijst dat een degelijke bedrijfsvoering mogelijk is.