Op initiatief van Vlaams minister Joke Schauvliege vond deze week een rondetafel plaats over geluidshinder en gehoorschade bij muziekoptredens. Tijdens de zomer ontstond er commotie in de pers, nadat op enkele muziekfestivals zeer hoge geluidswaarden werden gemeten. De muziek stond er zodanig luid dat die onomkeerbare gehoorschade kon veroorzaken bij de bezoekers.
Op de conferentie stelde Prof. Dr. Vinck van de Universiteit Gent dat jongeren en volwassenen zich te vaak blootstellen aan te hoge geluidsniveaus, niet alleen op concerten of in discotheken, maar evengoed in de bioscoop, de opera of door het gebruik van MP3-spelers. Het gevolg is dat ongeveer 20 procent van de bevolking last heeft van gehoorschade, zoals langdurig oorsuizen of gehoorverlies.
Alle aanwezigen op de rondetafel – concertorganisatoren, gezondheidsdeskundigen, de jeugd- en cultuursector,…- zijn het erover eens dat er duidelijke en haalbare normen moeten komen. De normen die nu bestaan zijn gericht op het beperken van overlast voor de buurt, maar niet op het voorkomen van gehoorschade bij de individuele bezoeker. In de meeste ons omringende landen geldt een norm rond de 100 decibel. Die norm ligt weliswaar te hoog om gehoorschade volledig uit te sluiten, maar kan er alvast voor zorgen dat de ergste excessen worden vermeden. Daarnaast besloten de deelnemers ook dat er meer moet geïnvesteerd worden in sensibilisering bij de bevolking, muzikanten en technici. Veel mensen zijn zich immers niet bewust van de gevaren van te luide muziek. De minister engageert zich om verder overleg te plegen met de sector om tegen eind 2010 de regelgeving aan te passen.