Studie waarschuwt voor overaanbod containerterminals

In de studie ‘Belgische zeehavens op weg naar 2020' schetst de studiedienst van ING-bank de sterkten en zwakten van de Belgische zeehavens. Eerste vaststelling: de economische crisis zorgde voor een serieuze groeivertraging in alle Europese havens. Voor de haven van Antwerpen bv. zal het naar verwachting tot 2014 duren voor opnieuw het niveau van 2008 wordt bereikt. Die terugval zorgt voor een overcapaciteit inzake containerterminals. Aangezien in de haven van Rotterdam de Tweede Maasvlakte verder uitgebouwd wordt, lijkt de bouw van het Saeftinghedok – het nieuwe containerdok waarvoor Doel mo est verdwijnen – vanuit economisch opzicht geen verstandige keuze. Dat zal de overcapaciteit verder in de hand werken, waardoor ook de haventarieven verder onder druk komen te staan.

Volgens het onderzoek moeten de havens van Antwerpen en Zeebrugge beter samenwerken. Nu mikken ze allebei te sterk op het aantrekken van zoveel mogelijk volumes, en dan specifiek containertrafieken. ‘Op alle fronten groeien’ kan wegens de overcapaciteit geen succesvolle toekomststrategie zijn. Niet het vergroten van capaciteit, maar het creëren van toegevoegde waarde en werkgelegenheid moeten voorop staan. Daarom moet er een gezamenlijke havenstrategie voor de Belgische zeehavens komen, zodat de onderlinge concurrentie beperkt wordt en elke haven kan focussen op zijn specifieke sterke punten. Zo kan een maximale toegevoegde waarde gegenereerd worden.

 

Tot slot stelt de studie dat milieudoelstellingen steeds belangrijker zullen worden in de concurrenti estrijd tussen havens. Verladers en havengerelateerde bedrijven zullen hun keuze voor een haven steeds vaker laten afhangen van de milieubelasting van een haven. De studie spreekt zelfs van ‘het decennium van de duurzaamheid’. Daarom is het volgens de studie van groot belang dat havens concrete milieuambities formuleren, zowel voor de eigen havenzone als voor het achterlandverkeer.