Toch subsidiepotje voor gemeentelijke milieuprojecten

Vorige week vond in het Vlaams parlement een hoorzitting plaats over de toekomst van de samenwerkingsovereenkomst voor het gemeentelijk milieubeleid. Via deze samenwerkingsovereenkomst voorzag de Vlaamse overheid 25 miljoen € voor de gemeentebesturen om op lokaal niveau een milieubeleid op te zetten. Zo krijgen gemeenten subsidies om een gemeentelijke duurzaamheidsambtenaar aan te werven, om acties op te zetten voor natuurontwikkeling, ter verbetering van de water- en luchtkwaliteit, om geluidshinder te beperken, …

Vorig jaar besliste Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V) echter om deze samenwerkingsovereenkomst (SO) stop te zetten en het geld te investeren in riolering. Na het nodige protest vanuit gemeentebesturen en milieuverenigingen, doet Schauvliege een kleine tegemoetkoming. In het parlement stelde ze dat er een doorstart komt onder vorm van een ‘Samenwerkingsovereenkomst light’. Ze voorziet een projectenveloppe van 9 miljoen euro voor gemeenten en 1 miljoen voor de provincies. Het budget is daarmee met 60% verlaagd ten opzichte van de oorspronkelijke SO, tot 1,5 euro/inwoner. Dat geld dient voor innovatie- en transitieprojecten en voor projecten ter invulling van Vlaamse leefmilieuprioriteiten, bijvoorbeeld projecten om de instandhoudingsdoelstellingen voor natuur te realiseren. De vraag rijst hoe ver de gemeenten zullen springen met 1.5 € per inwoner om de Vlaamse milieudoelstellingen te helpen realiseren en transities op gang te zetten. De rest van de middelen verdwijnt in de pot voor de aanleg van riolen. De Mina-werkers (de zogenaamde groenarbeiders) zouden los daarvan gesubsidieerd blijven. Over de toekomst van de gemeentelijke milieuraad, die eveneens verankerd was via de samenwerkingsovereenkomst, moeten de gemeentebesturen zelf beslissen.