Vlaamse luchtkwaliteit verbetert, maar autoverkeer blijft het grote zorgenkind

Deze week maakte de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) het jaarrapport 2011 over luchtkwaliteit in Vlaanderen bekend, samen met een rapport dat evolutie van de Vlaamse lucht in de afgelopen tien jaar beschrijft. De algemene conclusie is dat de luchtkwaliteit sinds begin deze eeuw verbeterd is. Zo werd in 2000 één Vlaming op twee blootgesteld aan te hoge concentraties fijn stof, in 2011 is dat één op drie. De geboekte vooruitgang blijkt vooral toe te schrijven aan saneringen bij industriële installaties, gecombineerd met stringente Europese wetgeving. Het probleem van luchtvervuiling blijkt meer en meer te verschuiven van een industrieel probleem naar een probleem van autoverkeer. Fijn stof en verzurende uitstoot blijven de belangrijkste aandachtspunten, waarvoor verdere algemene acties nodig zijn. Zware metalen vormen lokaal nog een probleem, in de nabijheid van (non-)ferro industrie. Ook bijkomende maatregelen voor de landbouw blijven nodig, zodat de verzurende impact op bos en natuur verder daalt.  

Hieronder overlopen we de evolutie van de verschillende vormen van luchtvervuiling.

Fijn Stof

Fijn stof is de meest problematische vorm van luchtvervuiling voor de gezondheid. Omdat de deeltjes microscopisch klein zijn, kunnen ze tot diep in de longen doordringen en schade aanrichten in het lichaam. Fijn stof is kankerverwekkend. De laatste jaren komt vooral de allerkleinste fractie, het Elementair Koolstof (EC) of Black Carbon (BC), in beeld als meest schadelijke fractie.  De belangrijkste bronnen van fijn stof zijn verwarming, industrie, landbouw en verkeer. Het ultrafijn stof is quasi volledig toe te schrijven aan uitlaatgassen.

Voor fijn stof worden de Europese doelstellingen slechts ten dele gehaald. Vlaanderen voldoet aan de jaargrenswaarde voor PM10-stof, maar op 17 van de 35 meetstations is er een overschrijding van de daggrenswaarde. Deze daggemiddelde grenswaarde mag op jaarbasis niet meer dan 35 dagen overschreden worden. Uit interpolatie volgt dat 37% van de bevolking in 2011 blootgesteld was aan teveel dagen met een hoge PM10-concentratie. De WGO-normen voor fijn stof zijn strenger en liggen nog ver buiten bereik. Vooral voor mensen die in de directe omgeving van een drukke autoweg wonen, is de situatie problematisch.

Verzurende uitstoot en neerslag

Luchtvervuiling door verzurende stoffen zoals stikstofoxiden (NOx), zwaveldioxide (SO2) en Ammoniak (NH3) zorgt voor een toename van allerhande luchtweginfecties, een versnelde verwering van historische gebouwen, een verminderde opbrengst van landbouwgewassen en schade aan bossen en natuur. Het verbranden van fossiele brandstoffen door verkeer, voor verwarming, in industrie,… is de belangrijkste bron van verzurende emissies. Ook de landbouw, vooral de veeteelt, heeft een aanzienlijk bijdrage via ammoniakuitstoot.

In 2011 hebben vier meetstations een jaargemiddelde bo¬ven de Europese grenswaarde van 40 µg/m³. Deze vier meetstations bevinden zich allemaal  in de Antwerpse haven en Antwerpse agglomeratie, waarvoor de Europese Commissie uitstel voor het bereiken van de NO2-jaargrens¬waarde heeft verleend. Tot 2015 geldt er in deze twee zones een soepelere jaargrenswaarde van 60 µg/m³, zodat die vier meetstations formeel niet in overschrijding zijn. In 2010 voerde de VMM in dertien Vlaamse steden een extra meetcampagne uit, waaruit bleek dat de jaargrenswaarde overschreden werd in tien van de dertien steden, vooral op verkeersintensieve locaties. Het toenemende verkeer is de belangrijkste bron van deze overschrijdingen.

De verzurende stoffen in de lucht komen ook op de grond terecht. De VMM volgt de verzuring daarom ook op aan de hand van de deposities. Alhoewel het verloop van de verzurende deposities sinds 2001 globaal dalend is, is er in 2011 slechts één meetpost die de VLAREM-streefwaarden haalt. Dit is vooral slecht nieuws voor heidegebieden en bossen. De resultaten bevestigen het belang van het beperken van de ammoniakuitstoot door landbouw.

Zware metalen

Zware metalen in de lucht kunnen lichamelijke schade veroorzaken. Vooral kinderen en jongeren zijn er gevoelig voor. De ferro en non-ferro industrie vormt de voornaamste bron.

Beerse, Hoboken en Genk blijven aandachtsgebieden voor zware metalen. Het jaargemiddelde van lood in fijn stof respecteert overal de Europese grenswaarde. Voor arseen, cadmium en nikkel in fijn stof zijn er op sommige plaatsen momenteel wel nog overschrijdingen van de Europese streefwaarden, die gelden vanaf 31 december 2012. Aan de hand van een verspreidingsmodel werd een raming gemaakt van de oppervlakte van de over¬schrijdingszones en van het aantal inwoners dat in die zo¬nes woont. In Beerse worden er naar schatting een 90-tal mensen blootgesteld aan te hoge cadmiumconcentraties. In Hoboken betreft het circa 3.000 mensen voor wie de arseenconcentraties te hoog zijn. In Genk tenslotte geeft het model aan dat de nikkelconcentraties te hoog zijn in een gebied met een 300-tal inwoners. Verdere saneringen dringen zich dus op.

Ozon

Ozonpieken zorgen voor een vermindering van de longfunctie en luchtwegklachten. Vooral kinderen, ouderen en mensen met astma hebben er veel last van. Ozon wordt op warme dagen gevormd onder invloed van zonlicht , op basis van stikstofoxiden en vluchtige organische stoffen. Ozon wordt dus niet rechtstreeks uitgestoten, maar ontstaat door chemische reacties in de atmosfeer.

2011 was een gunstig ozonjaar zowel voor de ozonover¬last voor de volksgezondheid, als voor de gewassen. De gemeten ozonconcentraties respecteerden de EU-streefwaarden. Toch zijn we nog ver verwijderd van de Europese langetermijndoelstellingen voor gezondheid en vegetatie. Opvallend is dat de ozonoverlast, gekenmerkt door ozonpieken, de laatste jaren gevoelig afgenomen is. Lokale en Europese maatregelen voor de reductie van ozonprecursoren werpen dus hun vruchten af. De stijgen¬de uitstoot in het noordelijk halfrond met onder meer de industriële explosie van China, zorgt er echter voor dat de achtergrondconcentraties van ozon toenemen. Maatrege¬len op wereldschaal dringen zich daarom op.

Klik hier voor de volledige rapporten:
http://www.vmm.be/pub/jaarverslag-lozingen-in-de-lucht-2000-2011
http://www.vmm.be/pub/jaarverslag-luchtkwaliteit-in-het-vlaamse-gewest-2011

Luchtkwaliteit