Vlaamse regering keurt Groenboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen goed

Vrijdag kwam de Vlaamse Regering naar buiten met het Groenboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV). Het Groenboek bevat de belangrijkste krijtlijnen voor een nieuwe lange termijn beleidsvisie op de Vlaamse ruimtelijke ontwikkeling en is de opvolger van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV, 1997). Ondanks alle goede voornemens uit het RSV blijft de verharding en versnippering razendsnel toenemen, in de eerste plaats door ondoordachte woningbouw. Dat bleek vorige week nog maar eens uit eenverhelderende en interessante reportage van het duidingsprogramma ‘Panorama’ op de vrt.

BBL en Natuurpunt vragen een trendbreuk en harde garanties dat werk wordt gemaakt van meer open ruimte en een duurzaam ruimtegebruik. Het Goenboek heeft als titel ‘Vlaanderen in 2050: mensenmaat in een metropool’ en geeft uitdrukking aan een gewenste ruimtelijke ontwikkeling rond drie krachtlijnen

(1) de metropolitaanse allure van Vlaanderen versterken

(2) de mensenmaat in de Vlaamse Ruimte behouden

(3) de ruimtelijke veerkracht van Vlaanderen vergroten.

Met de goedkeuring van het Goenboek opent de Vlaamse regering het debat hoe we de ruimte in Vlaanderen willen zien evolueren en waar en hoe we in 2050 zullen wonen, werken, boeren, recreëren,  Natuurpunt en Bond Beter Leefmilieu roepen op om deze kans niet onbenut te laten.

Als vervolg op de burgerbevraging van mei 2011 die als doel had input te verzamelen voor het Groenboek lanceert het Departement Ruimtelijke Ordening op 21 mei 2012 opnieuw een grootschalige burgerbevraging (www.beleidsplanruimte.be). Iedereen zal zich kunnen uitspreken over 11 sleutelkwesties uit het Groenboek. Op een campagnesite zult u uw ruimtelijke voetafdruk kunnen berekenen één www.ruimtevoormorgen.be).

Bekijk de reportage ‘Huiswerk’ van Panorama: http://actua.canvas.be/panorama/deze-week/panorama-35-huiswerk/

De uitvoering van het RSV is niet geslaagd

Hoewel het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen streeft naar een ‘open en stedelijk Vlaanderen’ is de overheid er niet in geslaagd om de trend te keren. Vlaanderen blijft de meest verkavelde en versnipperde regio van Europa en de nummer één wat  ruimtelijke wanorde en lintbebouwing betreft. Als Vlaanderen aan hetzelfde tempo open ruimte blijft innemen zal, volgens een studie van de KU Leuven, in 2050 meer dan 40% van de beschikbare ruimte volgebouwd zijn.

Nog te vaak blijft verkavelen en bouwen mogelijk buiten de kernen en in overstromingsgevoelige gebieden. Nieuwe wegen en infrastructuur worden nog altijd gezien als dé oplossing voor het fileprobleem. De lintbebouwing werd geen halt toegeroepen, baanwinkels rijzen als paddenstoelen uit de grond en de stadsvlucht bij jonge gezinnen is nog steeds een realiteit. Door de schaalvergroting in de landbouw worden lege boerderijen ingevuld door economische activiteiten die niet thuis horen op het platteland.

De afspraken uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen om nieuwe bedrijventerreinen aan te leggen werden praktisch volledig gerealiseerd, terwijl van de belofte om 48.000 hectare bijkomende natuur en bos te creëren (meer dan 4 jaar na de oorspronkelijke deadline) nog geen derde werd uitgevoerd.

De woonwens van de Vlaming

Bond Beter Leefmilieu en Natuurpunt pleiten al jaren voor een zuinig en doordacht ruimtegebruik. Door in te zetten op kernversterking en het voeren van een locatiebeleid kan de versnippering van het landschap stoppen en de resterende open ruimte bewaren voor natuurontwikkeling, landbouw en recreatie. Bovendien is het een antwoord op verschillende maatschappelijke problemen (overstromingen, files, achteruitgang biodiversiteit, luchtvervuiling, lawaaioverlast) en de onhoudbare kost om verafgelegen woningen en bedrijven aan te sluiten op nutsvoorzieningen of te voorzien van kwalitatief openbaar vervoer.

Uit een bevraging georganiseerd door de overheid blijkt duidelijk dat ook voor de Vlaming het behoud en de versterking van de open ruimte prioriteit nummer één is. Ook hij ziet in kernversterking en verweving van functies de oplossing voor de versnippering van het landschap, de klimaatverandering en het fileprobleem. De Vlaming wil wonen in leefbare, maar compacte steden en dorpen met veel groen waar werken, schoolgaan en winkelen zich dicht bij de woning bevinden en waar de bestaande bedrijventerreinen efficiënt gebruikt worden. De vraag is of de overheid met de visie  ‘mensenmaat in een metropool’ tegemoet kan komen aan de wens van het overgrote deel van de Vlamingen.

Een plan voert zichzelf niet uit

BBL en Natuurpunt zijn alvast verheugd dat het Groenboek uitgaat van een halt aan bijkomende bebouwde oppervlakte. De vraag stelt zich echter of de Vlaamse overheid er dit keer in zal slagen om effectief verandering op het terrein teweeg te brengen. Daarvoor is, naast een visie, ook een actief grondbeleid nodig waarmee slecht gelegen bouwgronden geruild kunnen worden met goedgelegen terreinen in de kernen.

Er is ook nood aan een consequente aanpak bij het afleveren van vergunningen, bij handhaving, en bij fiscale sturing. Zo moeten leegstand en onbebouwde percelen consequenter worden belast en het wonen in de stad fiscaal aantrekkelijker worden gemaakt. Gemeenten moeten, in tegenstelling tot vandaag, gestimuleerd worden om hun kernen te versterken en hun open ruimte te vrijwaren.

Om haar ruimtelijke beleid haalbaar te houden moet de overheid ook werk maken van budgetneutrale plannen. Nu wordt bij bestemmingswijzigingen of gewijzigde bouwmogelijkheden planschade vergoed, maar planbaten niet of nauwelijks belast. Zolang beide niet op gelijke voet behandeld worden, maakt de overheid haar eigen plannen per definitie onbetaalbaar. 

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen