Vlaanderen leeft ecologisch boven zijn stand

Vlamingen hebben een ecologische voetafdruk die 2,3 keer hoger ligt dan die van de gemiddelde wereldburger. Indien alle wereldburgers zouden leven als Vlamingen, hebben we meer dan 3 planeten nodig. Wanneer de Vlaamse ecologische voetafdruk dan weer wordt vergeleken met de Vlaamse biocapaciteit (de totale natuurlijke productiecapaciteit van een bepaalde oppervlakte), dan blijkt dan de Vlaamse vraag naar biocapaciteit maar liefst 5 keer groter is dan het aanbod. Geven en nemen zegt men weleens. Wel nu, Vlaanderen neemt zowat 5 maal meer dan het geeft. Vlaanderen is met andere woorden heel sterk afhankelijk van buitenlandse biocapaciteit en stelt zich aldus kwetsbaar op. Vlaanderen bevindt zich op een bijzonder onduurzaam pad.

Dit alles wordt gesteld in een rapport van Ecolife, uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Overheid als voorbereiding op het 4de Milieurapport Vlaanderen, MIRA.

Deze grote ecologische voetafdruk is te wijten aan een aantal factoren. De belangrijkste boosdoeners zijn, niet verrassend, onze voedingsgewoontes en energieverbruik.

 

De meest voor de hand liggende maatregelen die de auteurs van het rapport voorstellen om onze ecologische voetafdruk te doen dalen zijn dan ook o.a. verbonden met het vermijden van voedselverspilling en een reductie van intensieve veeteelt. Tevens werd de relatief grote ecologische voetafdruk van eerste generatie agrobrandstoffen aan de kaak gesteld. Anderzijds werd voorgesteld dat een verlaging van het energieverbruik, het inzetten van hernieuwbare energie en het zo zuinig mogelijk gebruik maken van fossiele energiebronnen zou leiden tot een sterke daling van de gemiddelde Vlaamse ecologische voetafdruk. Deze aanbevelingen werden vertaald naar concrete stappen die genomen dienen te worden rond het inzetten van zuinigere wagens, meer gebruik maken van fiets en openbaar vervoer, beter geïsoleerde woningen, slimme kilometerheffing, snelheidsbeheersing, autodelen enz.. Men pleit ook voor meer seizoensgebonden en lokale voedselproductie: zo daalt de nood aan diepvriezers en verwarmde serres. De impact van flessenwater versus kraantjeswater en de reductie van het papier en kartongebruik zijn nog zo’n eenvoudige en concrete voorstellen.

Op zich geen radicaal nieuwe boodschappen. Het interessante aan dit rapport is echter wel dat men onduurzame productie- en consumptiesystemen zo kan kwantificeren en duiden.