Vlaming wil uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

Tijdens de opmaak van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV), de opvolger van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV), tracht de overheid de bevolking zoveel mogelijk te betrekken bij het proces. Op die manier wil de Vlaamse Overheid input krijgen en een draagvlak creëren voor het nieuwe plan. Uit de resultaten van het participatieproces blijkt dat de Vlaming eerder zit te wachten op de uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, dan op een nieuw ruimtelijk beleidsplan.

Sinds vorige week staan een aantal rapporten in verband met participatie in kader van het BRV online. Enerzijds een rapport dat een overzicht geeft van de resultaten van de burger participatie campagne “ruimte voor morgen”, anderzijds een rapport dat de resultaten weergeeft van een enquête bij overheden, experts en verenigingen. De gelijkenissen tussen de resultaten van beide bevragingen zijn opvallend.

Beide groepen wensen het behoud van de open ruimte en het tegengaan van de versnippering door stedelijke ontwikkeling zoveel mogelijk te concentreren. Het wonen moet gebeuren in leefbare, maar compacte steden en dorpen met veel groen waar werken, schoolgaan en winkelen zich dicht bij de woning bevinden. Bedrijventerreinen moeten worden verdicht. Er gaat veel aandacht naar oplossingen voor de klimaatsverandering en het mobiliteitsvraagstuk. De auto wordt afgeraden ten voordele van fietser, voetganger en het openbaar vervoer. Waterlast moet worden vermeden door water meer ruimte te geven.

Uit de bevraging blijkt verder dat burgers en experts van de overheid een duidelijk en consequent beleid en een transparante besluitvorming verwachten. Ze geven ook aan dat afspraken over ruimtegebruik moeten nageleefd worden en willen op korte termijn de realisatie van vooraf gemaakte plannen en een strikte handhaving van de regelgeving.

Dit toekomstbeeld van Vlaanderen sluit nauw aan bij de ruimtelijke principes uit het Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, gevat onder de noemer “open en stedelijk”. De overheid is echter niet gehaast om dit plan uit te voeren, integendeel. Vooral de doelstellingen rond natuur- en bosuitbreiding treedt ze met voeten. De verschillende herzieningen van het RSV en enkele recente plannen en regels zijn in conflict met de oorspronkelijke doelstellingen. Door het treffen van ad hoc maatregelen verliest het RSV zijn structurerend effect en het ruimtelijk beleid zijn geloofwaardigheid. Ondertussen gaat het met de Vlaamse ruimte verder de verkeerde kant op: het buitengebied raakt verder versnipperd en verkaveld en de kernen gaan verder achteruit met steeds grotere maatschappelijke kosten tot gevolg.

De participatie resultaten tonen aan dat er nog altijd draagvlak is voor de uitgangspunten van het RSV en dat de burger niet zit te wachten op een nieuw ruimtelijk plan. Mits enige actualisatie biedt het conceptueel kader van het RSV nog altijd een afdoend ruimtelijke antwoord op de uitdagingen van het moment. Als de Vlaamse overheid echt rekening wil houden met de mening van de Vlaming zal ze de politieke wil aan de dag moeten leggen om de doelstellingen uit het RSV daadwerkelijk te realiseren en in te zetten op een geschikt uitvoeringsinstrumentarium.

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen