Brussel is de eerste Europese stad die een verbod op fossiele voertuigen in de realiteit brengt. Een voorbeeld van formaat in het hart van Europa. - © Thomas Somme

Waarom Brussel verdomd goede redenen heeft voor de ban op fossiele wagens

 Brussel is de eerste Europese stad die een verbod op fossiele voertuigen in de realiteit brengt. Een voorbeeld van formaat in het hart van Europa. - © Thomas Somme

Dit opiniestuk verscheen eerder ook op VRT NWS (25 juni 2021)



Stel je eens voor: een stad met meer groen, meer speelterreinen voor kinderen, minder lawaai en vooral - gezonde lucht. Een stad waar je ontspannen met je buren een koffie kan drinken aan de voordeur, waar je kan genieten van rust en stilte als je thuiskomt na een lange werkdag. Zou dat niet heerlijk zijn?

Het klinkt misschien als een droom, maar in Brussel wordt het steeds meer realiteit. Het Brussels Gewest kondigde aan dat diesels vanaf 2030 niet meer welkom zijn in de straten van de hoofdstad. Vanaf 2035 geldt hetzelfde voor benzinewagens en wagens op gas. Brussel had al een lage-emissiezone (LEZ) die goede resultaten opleverde, maar toch bleek die onvoldoende om de vereiste gezondheidsnormen voor haar inwoners te halen.

Een keuze voor mensenlevens

Luchtvervuiling is een stille doder. Hoewel de emissies in de afgelopen decennia fors teruggedrongen zijn, sterven jaarlijks 9000 Belgen vroegtijdig aan hart- en vaatziektes, beroertes en longkanker, veroorzaakt door het inademen van vervuilde lucht. De grote boosdoener: het verkeer, dat verantwoordelijk is voor de grootste uitstoot van de meest schadelijke fractie van vuile lucht; roetdeeltjes en stikstofoxiden. Vooral stedelingen zijn hier kwetsbaar voor, want de impact van luchtvervuiling is groter op plaatsen waar veel mensen op een kleine oppervlakte wonen. Bovendien is er veel verkeer in vaak smalle straten met weinig luchtcirculatie. Door fossiele voertuigen te bannen zal de Brusselse overheid jaarlijks 76 tot 110 levens redden. Door een vermindering van het aantal zieken zal jaarlijks 71 tot 350 miljoen euro bespaard worden op het gezondheidsbudget.

Verkeer is de olifant in de klimaatkamer

Brussel is de eerste Europese stad die een verbod op fossiele voertuigen in de realiteit brengt. Met deze plannen stellen ze een voorbeeld van formaat in het hart van Europa. Niet alleen op vlak van gezonde lucht, maar ook op vlak van het klimaat.

Het Belgisch (en Europees) klimaatbeleid loopt namelijk vooral vast op het feit dat beleidsmakers er niet in slagen de transportuitstoot te verminderen. Sterker nog: de uitstoot van het verkeer blijft stijgen. Efficiëntieverbeteringen worden in een mum van tijd teniet gedaan door een groter aantal wagens op de baan, of de groeiende verkoop van grotere wagens, zoals SUVs. De klimaatdoelstellingen voor transport kunnen enkel behaald worden door in te zetten op minder en schonere verplaatsingen met de wagen en met een kwalitatief, emissievrij openbaar vervoer en veilige fietspaden. Met haar plannen voor de kilometerheffing, het aanscherpen van de lage-emissiezone en het Smart Move plan zet Brussel op die drie pijlers in. En vormt zo een voorbeeld voor andere Belgische steden.

Mensen gaan vaak in het buitengebied wonen voor de frisse lucht en de stilte. Maar hebben mensen in de stad daar niet evenveel recht op?

Een sociale maatregel

De stad kiest er ook bewust voor om de nieuwe maatregel op een sociaal rechtvaardige manier door te voeren. Zo biedt ze tal van steunmaatregelen aan haar burgers om de overstap naar het openbaar vervoer of een elektrisch voertuig te maken. In de stad heeft een op de drie gezinnen geen auto. Soms uit overtuiging, maar meestal omdat ze geen auto kunnen betalen. Voor deze grote groep is het bannen van fossiele wagens alvast een bijzonder sociale maatregelen. Zij krijgen gezondere lucht, zonder dat ze ervoor moeten betalen. Hetzelfde voor mensen die extra gevoelig zijn voor luchtvervuiling, zoals jonge kinderen, bejaarden of mensen met astma. Nu moeten zij binnen blijven als de lucht te vuil is. Voor hen maakt de ban op fossiele wagens een wereld van verschil.

Je hoort de kritiek van de autopendelaars en de twee andere gewesten al van ver aantoeteren. Het verkeer in de hoofdstad is namelijk vooral afkomstig uit de landelijke gemeenten errond. Mensen gaan vaak in het buitengebied wonen voor de frisse lucht en de stilte. Maar hebben mensen in de stad daar niet evenveel recht op?

Wie zich opwindt over de Brusselse ban, kan zichzelf best de vraag stellen of we van de Brusselaars kunnen verwachten dat zij de uitlaatgassen, de drukte en de verkeersonveiligheid, veroorzaakt door anderen - die ‘s avonds weer naar de rust van het platteland terugkeren - zomaar moeten aanvaarden? Is het niet ieders recht om in een rustige omgeving te wonen, gezonde lucht te ademen en onbezorgd te kunnen fietsen terwijl je peuter in het fietsstoeltje zit?

Laten we ons niet blindstaren op eventuele ongemakken die de aangescherpte Brusselse lage-emissiezone met zich meebrengt. Hoe kunnen we overal in het land de voordelen van deze maatregel plukken? Wanneer volgen bijvoorbeeld Gent en Antwerpen? De twee Vlaamse steden toonden eerder al aan dat de luchtkwaliteit en het klimaat hen na aan het hart ligt. Hun inwoners hebben evenveel recht op schone lucht. De tijd is rijp om het Brusselse voorbeeld te volgen.