Dit opiniestuk verscheen eerder in De Morgen (20/3/2021) - © Rainforest action network

Wanneer stopt de waanzin van biobrandstoffen?

Dit opiniestuk verscheen eerder in De Morgen (20/3/2021) - © Rainforest action network

Voedsel verbranden in brandstoftanks is slecht beleid. Het draagt niet bij aan het behalen van de klimaatdoelstellingen, integendeel. Het leidt tot ontbossing, biodiversiteitsverlies en schendingen van mensenrechten. Toch doen we het.

Want wanneer je gaat tanken, zit er voedsel in. Of je dat nu wil of niet. In 2018 goten we in België 800.000 ton voedsel in onze wagens. Meer dan de helft komt van buiten de EU. Iets meer dan een kwart komt uit landen waar de teelt van biobrandstofgewassen zoals palmolie en soja tot massale landroof en ontbossing leidt: Brazilië, Argentinië, Paraguay, Indonesië en Maleisië. Onder meer door die ontbossing veroorzaken biobrandstoffen tot 80 procent méér CO -uitstoot dan de fossiele brandstoffen die ze vervangen. Tot overmaat van ramp zetten ze druk op de voedselzekerheid. Het biobrandstoffenbeleid is onverdedigbaar op menselijk en ecologisch vlak.

Zwijgen is toestemmen

Het biobrandstoffenbeleid is een federale verantwoordelijkheid. Toch staat er niets over in het federale regeerakkoord. Dat de regering er niet expliciet voor kiest, lijkt een goede zaak. Maar in realiteit is de keuze al gemaakt. Zo verkoos de vorige regering in haar Nationaal Energie- en Klimaatplan voor 2030 om maximaal in te zetten op biobrandstoffen op basis van landbouwgewassen. De federale regering moet concrete stappen zetten om dit beleid te stoppen.

Maar dat geldt ook voor de gewesten. Want ons land heeft één gemeenschappelijke doelstelling op het vlak van hernieuwbare energie. En hoewel de EU het niet verplicht, laat ze het gebruik van biobrandstoffen van de eerste generatie wel nog toe om die doelstelling te halen. Kortom: hoe meer palmolie en soja de federale regering in de tank mengt, hoe minder windmolens en zonnepanelen Vlaanderen, Wallonië en Brussel moeten installeren. Wie wat zou doen, zorgde voor hevige discussies tussen de gewesten en het federale niveau. Resultaat: als gemakkelijkheidsoplossing werd maximaal ingezet op biobrandstoffen. Ook de gewesten, die over de grootste hefbomen beschikken om écht 100 procent hernieuwbare energie mogelijk te maken, spelen een belangrijke rol om een einde te kunnen maken aan dit destructieve en dure beleid.

Geen voedsel in de tank

We zien bij die gewesten gemengde signalen. Ondanks de hoge inzet op biobrandstoffen in het nationale plan, waarschuwt de Waalse regering voor de negatieve impact ervan op vrouwen in productielanden. En het is vooral de Vlaamse regering die pushte voor het gebruik van biobrandstoffen, maar Vlaams minister van Omgeving en Energie Zuhal Demir (N-VA) uitte in de zomer van 2020 in het Vlaams Parlement wel haar bezorgdheid over ‘de potentieel negatieve effecten op mens en natuur'. Ze vroeg vervolgens om een grondige aftoetsing van dat beleid, rekening houdend met de impact op voedselconcurrentie, biodiversiteit en milieu.

Maar laten dat nu net de aspecten zijn waarmee amper rekening wordt gehouden in de recente evaluatie van het biobrandstofbeleid die onze overheden lieten uitvoeren. Zo kwamen de onderzoekers tot de conclusie dat vooral palmolie en soja geweerd moeten worden. Deels hebben ze gelijk: deze meest schadelijke biobrandstoffen zijn zeker te bannen. Maar daarmee komen we er niet. Het totale volume van biobrandstoffen dat we verbruiken, moet omlaag. Meer inzetten op de Europese productie van biobrandstoffen is geen oplossing: het zou betekenen dat we minder ruimte overhouden voor eigen voedselproductie en dus meer voedsel moeten importeren. De totale hoeveelheid gewassen die nodig is, verandert niet. Bovendien wakkert het een verdere intensivering van Europese biobrandstofgewassen zoals suikerbieten aan, wat leidt tot meer pesticiden, bodemerosie en waterverontreiniging.

Tijd voor echte klimaatoplossingen

We moeten kordaat kiezen voor een stop op het gebruik van biobrandstoffen op basis van landbouwgewassen. In plaats van nepoplossingen is het tijd voor echte oplossingen, zoals hernieuwbareenergie uit wind of zon en vooral het verminderen van de uitstoot van transport. Dat betekent onder meer dat we af moeten van de verkoop van wagens met een fossiele verbrandingsmotor, dat we de trend naar steeds zwaardere (en dus energieverslindende) wagens moeten omkeren en het aantal salariswagens drastisch moeten verminderen door de subsidies ervoor af te schaffen. Het betekent ook een verhoogde inzet op veilige fietsinfrastructuur en stipte bussen, treinen en trams. Elke regering in ons land draagt hiervoor verantwoordelijkheid.

Els Hertogen, directeur 11.11.11; Danny Jacobs, directeur, Bond Beter Leefmilieu; Valerie Del Re, directeur Greenpeace België; Lodewijk De Witte, voorzitter Oxfam-in-België; Florence Kroff, coördinator FIAN Belgium; Bert De Somviele, directeur BOS+; Sylvie Meekers, directeur Inter-Environnement Wallonie

Biomassa & biobrandstoffen BOS+

Meer over Biomassa & biobrandstoffen