We moeten af van auto's en diesel als loon in natura

Onlangs publiceerde de Europese Commissie haar aanbevelingen voor België. De Commissie vraagt dat België werk maakt van een ‘significante verschuiving van belastingen op arbeid naar minder groeiverstorende belastingen’. De Commissie benoemt ook heel duidelijk een van de problemen: bedrijfswagens. In geen enkel land rijden zoveel bedrijfswagens rond en nergens is de overheid zo genereus in zijn subsidies voor auto’s.

De essentie van het Belgische systeem is dat bedrijven fiscaal worden aangemoedigd om werknemers in auto’s en diesel uit te betalen. Zo kunnen ze de loonkosten drukken. Werknemers krijgen in ruil een mooie wagen. Het subsidiëren van bedrijfswagens is nefast. Er zijn meer auto’s op de weg - er zijn naar schatting 500.000 bedrijfswagens - en met die auto’s wordt ook meer gereden. Logisch ook, hoe meer je rijdt, hoe hoger je loon.

Het resultaat van die politiek is duidelijk:  meer files en meer vervuiling. Dat wordt nog versterkt doordat bedrijfswagens meer CO2 uitstoten dan gewone wagens. Ze vergroenen de vloot dus niet. Meer zelfs, het huidige beleid draagt volgens de Commissie op geen enkele manier bij tot het terugdringen van de CO2-uitstoot van het wegverkeer.

Het is ook een behoorlijk asociaal systeem. Mensen met bedrijfswagens verdienen gemiddeld meer. Om mensen die al een behoorlijk loon hebben een bedrijfswagen te geven, wordt de rest van de bevolking extra belast. Om het met Warren Buffett te zeggen: de secretaresse betaalt de Audi A8 van haar directeur.

Het is vooral ook een duur systeem. We spenderen jaarlijks zo’n 4 miljard euro aan bedrijfswagens. Dat is in verhouding gemiddeld het dubbele van wat men er in andere landen aan spendeert, maar bijna zes keer zo veel als in Nederland.

Eén argument ten gunste van bedrijfswagens houdt op het eerste gezicht wel steek: bedrijfswagens helpen werkgevers de hoge loonkosten te omzeilen. En het klopt dat de lasten op arbeid in België hoog zijn. Maaltijdcheques, ecocheques, bedrijfswagens, tankkaarten: het zijn allemaal instrumenten om de hoge loonkosten te omzeilen. Helaas zijn die instrumenten inefficiënt en leiden ze tot meer bureaucratie. Dat kost geld en leidt tot hogere belastingen.

Echte hervormingen

België is niet het eerste land dat problemen heeft met hoge loonkosten. België is zelfs niet het eerste land dat op een nefaste manier auto’s en diesel subsidieert. Het verschil is dat die andere landen er iets aan deden. Niet door middel van allerlei parafiscale systemen, maar door echte hervormingen. In Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland werden de belastingen het afgelopen decennium grondig herschikt.

Belasten wat schadelijk is (vervuilen, file veroorzaken) en aanmoedigen wat nuttig is (werken), is logisch en verstandig. Omdat het Belgische systeem voor bedrijfswagens op geen enkel punt positief is en slechts bestaat omdat het een nog slechter systeem draaglijk maakt, moeten de twee problemen tegelijk worden aangepakt.

Belasting op arbeid verlagen

De essentie is dat we afzien van auto’s en diesel als loon in natura. Het nettoresultaat daarvan zou zijn dat honderdduizenden mensen plots belasting zouden moeten betalen op het gebruik en het verbruik van hun wagen. Dat zou aanzienlijk meer geld in de staatskas brengen. Dat geld moet integraal gebruikt worden om de belastingen op arbeid te verlagen. Dat betekent dat werknemers zelf zullen kunnen kiezen wat ze met hun loon doen.

Mensen zouden uiteraard nog steeds auto’s kopen en gebruiken. Maar dan wel ingegeven door wat ze nodig hebben en door wat ze kunnen betalen. Dus kleinere, zuinigere en goedkopere wagens en minder kilometers. Het resultaat is: minder file en minder vervuiling.

Ook het economisch effect is positief. Bijna alle bedrijfswagens in ons land zijn gebouwd in het buitenland. Omgekeerd worden bijna alle in België geproduceerde wagens geëxporteerd. Er is dus bijna geen negatief effect op de Belgische industrie. Integendeel, Belgische bedrijven hebben voordeel bij lagere loonlasten.

Het is essentieel dat het geld terugvloeit naar de werknemers. Anders is het gewoon een belastingverhoging. De totale belastinginkomsten uit arbeid bedragen zo’n 40 miljard. Onze loonkosten kunnen dus met maximaal 10 procent dalen.

De hervorming van Elio Di Rupo was een eerste stap. Het was een sterke verbetering van de grondslag van het systeem, maar deed weinig aan de veel te lage tarieven.

Het is tijd om het karwei af te maken. Normaliseer het ‘voordeel van alle aard’ zodat een werkgever in geld betaalt in plaats van met auto’s en diesel. En geef dat geld terug via een lagere belasting op arbeid. De Commissie heeft overschot van gelijk als ze vraagt om een stevige ‘vermindering van de subsidies voor bedrijfswagens’ en het verlagen van de belasting op arbeid. Waar wachten we op?

William Todts, medewerker bij Transport & Environment, een Europese federatie van 50 transport-ngo's en mathias.bienstman [at] bblv.be (Mathias Bienstman), beleidsmedewerker bij Bond Beter Leefmilieu.

Deze tekst verscheen vandaag ook als opiniestuk in De Tijd, p.10, dd 14 juni 2012

Salariswagens en tankkaart