Lacaton & Vassal | Philippe Ruault

Waarom een circulair bouwbeleid het antwoord op de wooncrisis is

Lacaton & Vassal | Philippe Ruault

Door combinatie van deze strategieën kunnen we een flinke deuk maken in het woningtekort. In Nederland werd voorzichtig geschat dat er tegen 2030 zo jaarlijks minstens 60.000 nieuwe woningen kunnen worden gerealiseerd.

Een nijpend tekort aan woningen en sociale woningen staat hoog op de lijst van bezorgdheden van de kiezer. “Nieuwe woningen zijn duur,” horen we vaak, “en duurzaam bouwen maakt het alleen maar duurder”. Maar enkele nog weinig bekende ecologische trucs kunnen snel en goedkoop tienduizenden woningen realiseren, zonder één vierkante meter grond te moeten opofferen.

De optie van niet-bouwen

Bij nieuwe woningen denken we te snel aan nieuwe gebouwen. De reduce-reuse-recycle principes van circulaire economie helpen ons een duurzamer perspectief bekomen. In plaats van nieuw te bouwen, moeten we slimmer aan de slag met de gebouwen die we al hebben. Via renoveren, invullen van leegstand, splitsen, delen, transformeren, optoppen en vlotter schakelen tussen woningen, kunnen we sneller en goedkoper zorgen voor meer woningen. Bovendien geraakt op die manier de materiaalvoetafdruk en de klimaatimpact van de bouwsector onder controle.

Slim en creatief inzetten op kwalitatieve sociale woningen

Op vele plekken in Vlaanderen staan woontorens voor sociale woningen, ettelijke decennia oud. Vaak wordt gedacht dat die tegen de grond moeten om plaats te maken voor betere gebouwen. De Franse architecten Lacaton & Vassal bewijzen het tegendeel. Zo transformeerden ze in Bordeaux een woontoren met 530 appartementen door er een glazen omkisting omheen te bouwen. Het gebouw werd op die manier energiezuinig en de inwoners kregen er elk een wintertuin bij. Dit gebeurde veel sneller en goedkoper dan slopen en heropbouwen. Bovendien hoefde niemand te verhuizen.

Dit is een prachtig voorbeeld van circulair bouwen: door verstandig en creatief om te gaan met wat we al hebben, kunnen we sneller en goedkoper zorgen voor meer woningen.

Philippe Ruault

Woningnood invullen tegen 2030

Renovatie op zich maakt niet dat er netto meer woningen bijkomen. Daar zijn andere strategieën voor. Zo is er het invullen van leegstand en gedeeltelijke leegstand door gebouwen te splitsen en delen. Nog een strategie is inzetten op transformeren van commerciële en kantoorruimte. Er is ook nog optoppen, waarbij we op een bestaand gebouw nieuwe appartementen aanbrengen. Zo vermijden we de milieu-impact van nieuwe funderingen en verkaveling.

Door combinatie van deze strategieën kunnen we een flinke deuk maken in het woningtekort. In Nederland werd voorzichtig geschat dat er tegen 2030 zo jaarlijks minstens 60.000 nieuwe woningen kunnen worden gerealiseerd. Een soortgelijke berekening voor Vlaanderen bestaat nog niet, maar het staat vast dat deze niet-bouw-strategieën, samen met verderzetting van de renovatiegolf en waar nodig nog een aantal nieuwbouwprojecten, cruciaal zijn om tegen 2030 de Vlaamse woningnood in te vullen.

Cité du Grand Parc, Bordeaux, voor en na | Philippe Ruault

Whole-life-carbon-wetgeving

Meer woningen door niet-bouwen is een sleutelonderdeel van circulair bouwbeleid. Het rijmt de woningnood met de verduurzaming van de bouwindustrie. Dit is geen nieuw idee: Vlaanderen Circulair, OVAM en Leefmilieu Brussel zetten er al volop op in. Hoe kunnen we dit verder stimuleren en mainstream maken?

Een deel van het antwoord is whole-life-carbon-wetgeving. Tot op heden keken we vooral naar de CO2 die gebouwen uitstoten wanneer ze bewoond en gebruikt worden. Maar ongeveer de helft van de CO2-impact van een gebouw zit in het ontginnen, fabriceren, transporteren en de end-of-life-verwerking van materialen. Door de totale impact te reglementeren en aan te moedigen deze zo laag mogelijk te houden, zal de sector al vanaf de ontwerpfase anders gaan nadenken over bouwprojecten.

Tussen nu en 2030 geeft Europa ons een aantal deadlines om whole-life-carbon-wetgeving op poten te zetten. Vlaanderen heeft voortreffelijke architecten- en ingenieursbureaus, materiaalproducenten en zelfs begeleidende vzw’s die capabel zijn om binnen zo’n nieuw regelgevend kader de nodige woningen te realiseren. Hoe sterker we van deze nieuwe regelgeving werk van maken, hoe sneller we zullen zorgen voor meer milieuvriendelijke, kwalitatieve en betaalbare woningen.

Ik verdien meer