Duitsland kiest voor groene waterstof, Vlaanderen kiest... niet

Duitsland presenteerde vorige week zijn nationale waterstofstrategie. Het plan stelt dat enkel groene waterstof - gemaakt via elektrolyse uit hernieuwbare elektriciteit - duurzaam is op de lange termijn. Daarmee neemt het land afscheid van aardgas. Een belangrijk signaal van de grootste gasgebruiker van Europa. 

Waterstof uit hernieuwbare elektriciteit wordt cruciaal om moeilijke sectoren zoals industrie, scheepvaart en luchtvaart klimaatneutraal te maken. Waterstof kan gebruikt worden in brandstofcellen, kan dienen als basis voor synthetische brandstoffen en is een manier om hernieuwbare energie voor langere periodes op te slaan. Bovendien kan het ook gebruikt worden als grondstof voor de industrie. De Duitse strategie neemt de hele waardeketen onder de loep: technologie, productie, opslag, infrastructuur en gebruik. 

Hoewel Duitsland ervoor kiest in te zetten op een snelle groei van groene waterstof, hinkt de strategie toch nog wat op twee benen. Ze gaat ervanuit dat de globale en Europese waterstofmarkt zich in de komende tien jaar ook deels zal ontwikkelen rond blauwe waterstof op basis van fossiele brandstoffen met koolstofafvang. Omdat Duitslands energie-infrastructuur zo verweven is met de buurlanden, zal daarom ook blauwe waterstof een rol spelen tijdens deze tienjarige overgangsfase.

Onze oosterburen gooien er een smak geld tegenaan: bovenop de reeds bestaande steunprogramma’s voor waterstoftechnologieën leggen ze een stimuleringspakket van 7 miljard euro op tafel. De Duitsers erkennen dat ze nooit zelf zullen kunnen instaan voor de benodigde hoeveelheden waterstof en dat het land ook in de toekomst een grote energie-importeur zal blijven. Ze willen internationale samenwerkingsverbanden opstarten rond waterstof en voorzien daarvoor zelfs een bijkomend bedrag van 2 miljard euro. Duitsland neemt zich ook voor zijn Europees voorzitterschap vanaf juli te gebruiken om het thema te pushen op de Europese agenda.

De Duitsers kiezen er uitdrukkelijk voor om een thuismarkt voor waterstof te creëren, zowel op het vlak van productie als gebruik. Die expertise willen ze nadien ook elders in de wereld ten gelde maken. Ze mikken op een waterstofvraag tussen de 90 en 110 TWh tegen 2030, een verdubbeling ten opzichte van het huidige gebruik. Die willen ze deels invullen met eigen productiecapaciteit: zo’n 5GW aan elektrolysers in eigen land. 20TWh aan hernieuwbare elektriciteitsproductie moet dan leiden tot 14TWh aan waterstof. Maar dat mag niet leiden tot een verhoging van de CO2-uitstoot, stellen ze. Dat wil zeggen dat het gaat om extra en specifiek toegewezen hernieuwbare elektriciteit. Tegen 2035, ten laatste 2040 willen de de elektrolysecapaciteit dan nog eens verdubbelen. 

Duitsland wil de waterstof in de eerste plaats toewijzen aan de moeilijk te decarboniseren sectoren zoals industrie en zwaar transport - en gelijk hebben ze. Toch zien ze waterstof ook nog een rol spelen in brandstofcellen voor het verwarmen van gebouwen en voor personenwagens, hoewel tal van wetenschappelijke studies uitwijzen dat elektrificatie een betere optie is. Voor transport- en distributie-infrastructuur willen ze zowel bestaande pijpleidingen renoveren als nieuwe netwerken aanleggen. Duitsland wil ten slotte ook snel een betrouwbare duurzaamheidsstandaard en certificaten van oorsprong voor hernieuwbare energie, groene waterstof en afgeleiden.

Kloof

De kloof tussen de geschatte vraag van 110Twh en de eigen productie van 14TWh tegen 2030 toont aan hoe moeilijk de uitdaging is. Elke optie om de nood aan duurzame waterstof te verminderen moet dus gebruikt worden. De sleutel: inzetten op energie-efficiëntie en elektrificatie. Om de resterende kloof te dichten, kijkt Duitsland naar import van EU-lidstaten rond de Noordzee en Zuid-Europa en lanceert het een nieuw initiatief met Marokko. Maar de vraag blijft of dat zal volstaan. De strategie kijkt verder en wil wereldwijd het potentieel in kaart brengen. 

Aan de vraagzijde introduceert Duitsland ook interessante concepten. Voor waterstof in de staalindustrie en de chemiesector wil het land contracts for difference (CfD) invoeren, vergelijkbaar met het tendering-systeem voor hernieuwbare energie: bedrijven zouden zo een vergoeding krijgen die het verschil bijpast van de meerkost van groene waterstof ten opzichte van waterstof geproduceerd uit fossiele grondstoffen. 

Verder willen de Duitsers quota opleggen voor groene basisgrondstoffen en sectorale dialogen opstarten voor decarbonisatiestrategieën op lange termijn. Erg interessant is dat de overheid de infrastructuurnoden voor klimaatneutraliteit wil analyseren met “stakeholders”. Een belangrijke stap, als het tenminste niet beperkt blijft tot vertegenwoordigers van industriële sectoren.

Vlaanderen ziet nut niet in van waterstofstrategie

Het contrast met Vlaanderen is groot. Eind vorig jaar vond een interessant stakeholderoverleg plaats over waterstof. Toch heeft de Vlaamse overheid geen plannen om een waterstofstrategie uit te tekenen. Ze wil geen keuzes maken, maar gewoon de markt laten spelen. Dat is een gemiste kans. 

Het is niet dat er in Vlaanderen niets gebeurt. Verschillende waterstofprojecten en initiatieven zijn aangekondigd door industriële spelers, de meeste daarvan kiezen voor groene waterstof. De samenwerking tussen de Nederlandse en Vlaamse havens zit goed. En onder impuls van de federale overheid draait Vlaanderen ook mee in een project van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI) in de waterstofsector

Maar het mag toch wat meer zijn, zo toont het Duitse initiatief. Naast Duitsland krijgt waterstof trouwens ook in Nederland een belangrijke plaats in het energiebeleid. De Vlaamse stuurloosheid dreigt Vlaanderen de speelbal te maken van private belangen in plaats van het maatschappelijk doel te dienen. Een sterk Vlaams beleid is net cruciaal om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen en te zorgen dat de juiste infrastructuur op de juiste plaats gebouwd wordt. En dat daarvoor de nodige middelen voorzien worden. Als dat dan nog op een participatieve manier tot stand komt zoals in Duitsland, verzekert Vlaanderen zich ook van een draagvlak voor die investeringen die de hele maatschappij ten goede komen.

Waterstof

Meer over Waterstof