Foto: Caglar Oskay Unsplash

Engie-deal bevestigt nogmaals: het ontbreekt ons land aan een duurzaam energiebeleid

Foto: Caglar Oskay Unsplash

De splijtstof is besteld, de maximumfactuur ligt vast. Nu er een deal is tussen Engie en de regering, lijkt de weg naar enkele zorgeloze winters open. Maar het tegendeel is waar.

De Wetstraat reageerde opgelucht op de deal met Engie over de levensduurverlenging van de twee nieuwste kernreactoren. Die opluchting is begrijpelijk. De Belgische regering heeft 15 maanden hard onderhandeld met de exploitant van de Belgische kerncentrales. Nu lijkt haar doel bereikt: ze is erin geslaagd de energiegigant te doen zwichten. De uitbater van de reactoren toonde zich weinig enthousiast toen in maart 2022 de regering vroeg om Doel 4 en Tihange 3 nog 10 jaar langer te laten draaien, en dat al vanaf 2025. Daar was het al lang te laat voor, zeiden ze. Het resultaat van de onderhandelingen is dat alle partijen er nu alles aan doen om precies dit mogelijk te maken.

Engie is ook zeer tevreden. Dat was meteen te zien aan de beurskoers. De rekening is hoog, maar de risico’s zijn weg: de enorme, langdurige en onbeheersbare financiële risico’s verbonden aan de afvalberging zijn volledig overgedragen aan de staat. Deze laatste zal ook nieuwe risico’s meedragen door mee te betalen aan de nodige investeringen en vaste inkomsten uit de verkoop van elektriciteit te garanderen. Vanaf nu is de zaak dus berekenbaar.

Een derde zucht van opluchting kwam – niet verrassend – uit het Nucleair Forum. Zij zien in de deal een eerste stap om de Belgische kernuitstap volledig op de schop te gooien.

Tegen welke prijs?

Aan de kant van bedrijfsverenigingen, vakbonden en consumentenorganisaties blijft het voorlopig erg stil. Die afwachtende houding is net zo min verrassend. Waar Engie een maximumfactuur en een winstgarantie krijgt, is de uiteindelijke prijs voor de belastingbetaler onmogelijk te voorspellen. Ten eerste omdat kernenergie intrinsiek gepaard gaat met grote financiële risico’s en veel kosten pas achteraf kunnen worden bepaald. Zo weten we nog niet hoe of waar het kernafval opgeborgen kan worden. Ten tweede omdat de details van de deal niet publiek zijn. Ten derde zijn cruciale knopen van de deal nog niet doorgehakt.

Zo is er nog onzekerheid over het zogenaamd Contract for Difference. Dit mechanisme bepaalt dat de Belgische staat Engie zal betalen wanneer de marktprijs voor elektriciteit onder een bepaald niveau zakt. Omgekeerd voorkomt het buitensporige winsten door Engie te laten terugbetalen bij prijzen boven het niveau. Het prijsniveau is nog niet vastgelegd en is afhankelijk van de noodzakelijke investeringen die het bedrijf nog moet doen. Ook hier liggen de kosten voor de staatskas dus nog niet vast, en het valt te verwachten dat Engie in de laatste onderhandelingen niet mild zal zijn.

Risico in België: twee maten en twee gewichten

De overheid organiseert zo een ongelijke behandeling van bedrijven in België. Engie krijgt een uitgebreide derisking van haar business. Hoe is dat te verantwoorden in tijden waarin we allemaal met grote onzekerheden leven? Veel ondernemingen in ons land werken elke dag aan nieuwe oplossingen om de broeikasgasuitstoot te verminderen. Zij accepteren ondernemersrisico’s. Ook tal van burgers investeren in zonnepanelen of isolatie zonder dat ze weten wat de energieprijs in de toekomst zal zijn. Hoe kijken zij naar een federale overheid die met belastinggeld alle risico’s wegneemt bij het machtigste energiebedrijf van het land?

De onzekerheden van de deal wijzen op een fundamenteel gebrek aan inspraak dat doorheen de hele onderhandelingen sluimerde. Zo werd de publieksconsultatie over het uitstel van de kernuitstap afgesloten net voor de de deal met Engie rond was, waardoor burgers geen geïnformeerd advies konden uiten. Bovendien stelden experts vast dat het veiligheidsrisico met factor 2 miljoen onderschat werd in het milieu-effectenrapport. De vraag blijft of de regering de geuite bezorgdheden serieus zal nemen. Of is de burger maar pro forma bevraagd?

Korte termijnreactie zonder langetermijnstrategie

Bovendien kunnen burgers en bedrijven dubbel bedrogen uitkomen. De Engie-deal is bedoeld om op korte termijn een probleem op te lossen. Maar het is niet eens zeker of de deal deze functie zal vervullen. Niet alleen moet de regering nog de wetgevingen aanpassen, en is het wachten op groen licht van zowel de nucleaire veiligheidswaakhond FANC als de Europese Commissie voor het uitdelen van de enorme som staatssteun. Het blijft ook erg onzeker of de verouderde reactoren op tijd klaar zullen zijn, en zonder opstootjes de komende jaren zullen draaien. Frankrijk leert ons dat ouderdomskwaaltjes onvoorzien roet in het eten kunnen gooien.

De tijd en energie die ging naar de onderhandelingen, hypothekeert het uitdenken van een langetermijnplan voor de Belgische bevoorradingszekerheid en het opstellen van een ambitieus Energie- en Klimaatplan. België miste glansloos de Europese deadline voor dat laatste.

Dit gebrek aan visie en strategie in het Belgische energiebeleid wordt ook weerspiegeld in het laatste rapport van de Belgische netbeheerder Elia, dat verscheen op dezelfde dag dat de Engie-deal bekend werd. Zelfs met een verlenging van de levensduur van kernreactoren blijft er een groot en groeiend gat in de elektriciteitsbevoorradingszekerheid, ondanks nieuwe interconnectoren en offshore windcapaciteit.

Over dat het huidige decennium in het teken zou moeten staan van een versnelde energietransitie, bestaat een brede maatschappelijke consensus. Op dat vlak loopt ons land achter. Blijft er na het uitdelen van de cheque aan Engie nog geld over voor een duurzaam en ambitieus energiebeleid met baten voor iedereen? We staan voor een diepe transformatie van alle maatschappelijke gebieden. Het baat om de burger hierin op transparante wijze mee te nemen.

Dit opiniestuk verscheen ook in Knack.