Dit is een garantie dat gascentrales een tijdelijk noodzakelijk kwaad zullen zijn, toch mocht de CREG wat verder gaan.

Gascentrales zullen klimaatneutraliteit niet in de weg staan

Dit is een garantie dat gascentrales een tijdelijk noodzakelijk kwaad zullen zijn, toch mocht de CREG wat verder gaan.

Eind april maakte minister Van der Straeten bekend dat ze ruimte voorziet voor twee à drie nieuwe gascentrales in de eerste capaciteitsveiling (CRM) in oktober. Recent voegde energiewaakhond CREG een cruciale randvoorwaarde toe: de gascentrales moeten uiterlijk tegen 2050 klimaatneutraal zijn. 

Een tijdelijk noodzakelijk kwaad 

Uiterlijk tegen eind 2025 gaan alle Belgische kerncentrales van het net, samen goed voor 5,9 GW. De algemene voorstelling van de twee à drie nieuwe gascentrales, samen goed voor 2,3 GW, is dat ze die kernuitstap deels moeten ondervangen. Maar de waarheid is complexer. Gas versus kernenergie is een valse tegenstelling: gascentrales zijn vooral nodig zijn als flexibele aanvulling op hernieuwbare energiebronnen, wanneer er weinig zon en/of wind is en zolang er nog te weinig vraagsturing en opslag is om het net in evenwicht te houden.

Ook het onderzoekscentrum EnergyVille onderschrijft de nood aan zulke centrales: zelfs in een scenario dat heel hard inzet op hernieuwbare energie is er in 2045 nog altijd voor 3,6 GW aan gascentrales nodig. Ze zullen dan nog slechts gemiddeld 30% van de tijd draaien. Ze moeten met andere woorden heel flexibel aan- en uitgezet kunnen worden, iets wat kerncentrales niet kunnen.  

Klimaatneutraliteit voorop

Maar ons energiesysteem, als onderdeel van de hele economie, moet wel ten laatste tegen 2050 klimaatneutraal zijn. En gascentrales, als onderdeel(tje) van ons energiesysteem, dus ook. Dat maakt de CREG, de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, nu hard in de werkingsregels van het capaciteitsvergoedingsmechanisme (CRM).

De CREG wijst de partijen die via het CRM-systeem steun willen aanvragen voor nieuwe installaties op fossiele brandstoffen, expliciet op hun verantwoordelijkheid om bij te dragen aan de Europese klimaatdoelstellingen. Ze moeten er nu al werk van maken. Meer bepaald moeten ze:

  • Tegen eind 2026 een onderzoek uitvoeren naar de technische en economische haalbaarheid om de broeikasgasuitstoot te reduceren.
  • Tegen eind 2027 een uitstootreductieplan opstellen, waarin ze aangeven hoe wordt bijdragen aan de transitie naar klimaatneutraliteit in 2050. Daarin moeten ze tussentijdse doelstellingen voor de jaren 2035 en 2045 opnemen.
  • Tegen ten laatste 2050 met hun installatie een nuluitstoot of zelfs een negatieve uitstoot bereiken.

Klimaatneutraliteit eisen tegen 2050 is nogal soft: de Europese Commissie heeft die voorwaarde namelijk al opgelegd voor de hele Europese economie.

Mag het wat meer zijn?

Dat de CREG de energiebedrijven oplegt om hun centrales nu al voor te bereiden op klimaatneutraliteit is een goede zaak. Het stemt ook overeen met de voorwaarde die BBL eerder stelde. De centrales moeten vlot de omslag kunnen maken naar duurzame brandstoffen, zoals groene waterstof.

Maar klimaatneutraliteit eisen tegen 2050 is nogal soft: de Europese Commissie heeft die voorwaarde namelijk al opgelegd voor de hele Europese economie. De eis van de CREG voegt er dus weinig aan toe.

Dat steekt schril af ten opzichte van het stappenplan dat het Internationaal Energie Agentschap (IEA) deze week publiceerde om te komen tot een wereldwijde klimaatneutrale economie. Volgens het IEA moeten ontwikkelde landen het voortouw nemen: ze moeten onder meer alle elektriciteitsproductie tegen 2035 koolstofvrij maken. Dat moet de nodige technologie marktrijp maken zodat ook de andere landen tegen 2040 kunnen beschikken over koolstofvrije stroom.

België moet dus zijn verantwoordelijkheid nemen en de CREG past dus best zijn eisen voor de energiebedrijven aan, aan de inzichten van het IEA.

Nu nog voorwaarden voor restwarmte

Een andere voorwaarde, die we eerder ook stelden aan gascentrales, vinden we helaas niet terug in de beslissing van de CREG: de restwarmte van de centrale moet zoveel als mogelijk gerecupereerd worden. Want, de centrales mogen dan wel op een zeer efficiënte manier aardgas naar elektriciteit kunnen omzetten, toch zal zo’n 40% van het aardgas verloren gaan als nutteloze warmte.

Dat dreigt nu allemaal weggekoeld worden, terwijl met die warmte vele gebouwen in de wijde omgeving verwarmd zouden kunnen worden. Tot een vijfde van de CO2-uitstoot van de centrales kan hiermee gecompenseerd worden. Wordt de centrale in de verdere toekomst omgeschakeld naar duurzame brandstoffen, dan is een belangrijk deel van de huishoudelijke verwarming in België ineens mee koolstofvrij gemaakt. Een kans die ook Vlaanderen niet mag missen.

Kernuitstap

Meer over Kernuitstap