Klimaatbeleid en circulaire economie gaan hand in hand

“Een koolstofarme economie is ook een materiaalarme economie.” Dat concludeert OVAM in haar studie over het sterke verband tussen klimaatbeleid en circulaire economie. Het rapport en de 7 hapklare boodschappen in de begeleidende brochure zijn daarom essentieel leesvoer voor beleidsmakers die momenteel werken aan het nationaal klimaat- en energieplan 2030.

> Meteen naar de studie en brochure

Meerderheid van emissies is materiaalgerelateerd

Eerder onderzoek in vier OESO-landen (Duitsland, Slovenië, Australië en Mexico) geeft aan dat materiaal-gerelateerde processen (met name de productie van goederen en brandstoffen, transport van goederen, voedselproductie en stockage, en afvalverwerking) samen goed zijn voor 50 tot 65% van de totale broeikasgasuitstoot. Voor Vlaanderen komen die emissies volgens recente schattingen op basis van de Energiebalans Vlaanderen neer op ongeveer twee derde van de totale uitstoot.

Volgens onderzoeksbureaus Ecofys en Circle Economy kunnen we via maatregelen in de circulaire economie minstens de helft van de huidige ‘emissiekloof’ dichten. Die emissiekloof geeft weer hoeveel uitstoot we bovenop het bestaande beleid moeten reduceren om onder de 1,5°C temperatuurstijging te blijven. Momenteel bestaat de emissiekloof wereldwijd uit 26 miljard ton CO2-equivalent per jaar. Door die kloof stevenen we momenteel af op een opwarming van 3°C.

Het rapport van OVAM toont glashelder aan dat er een lineair verband is tussen onze uitstoot en materialenvoetafdruk. De boodschap is dan ook duidelijk: een circulaire economie gericht op een daling van de consumptievoetafdruk (en niet louter op het sluiten van de kringloop) is een absolute voorwaarde om de doelstellingen uit het klimaatakkoord van Parijs te halen.

Internaliseren in plaats van externaliseren

“We moeten varen op het juiste kompas. We mogen niet enkel kijken naar de CO2-emissies die in Vlaanderen optreden. Wat telt is hoeveel CO2 wereldwijd wordt uitgestoten door de Vlaamse consumptie.” Het is een rechtstreeks citaat uit de brochure van OVAM, en een prikkelende gedachte.

Vandaag tellen we namelijk enkel onze territoriale emissies op: de uitstoot die we rechtstreeks kunnen toeschrijven aan ons eigen grondgebied. Die trachten we vervolgens te reduceren om onze Belgische en Europese klimaatdoelstellingen te halen, die op hun beurt weer onze bijdrage zijn om de internationale doelstellingen van Parijs te halen.

Niet alleen is de Belgische bijdrage ruim onvoldoende om Parijs te halen, nu blijkt dat de “koolstofvoetafdruk van de Vlaamse consumptie voor het grootste deel (88%) in het buitenland zit en dubbel zo hoog is als de territoriale emissies van Vlaanderen (128 Mton CO2-eq versus 59 Mton CO2-eq)”.

 

De koolstofvoetafdruk die in bovenstaande grafiek is weergegeven, “brengt niet enkel de uitstoot in rekening die optreedt bij het gebruik van producten binnen Vlaanderen, maar ook de uitstoot die is opgetreden bij de ontginning, de productie en het transport van deze goederen buiten Vlaanderen. De uitstoot in Vlaanderen die optreedt bij de productie van goederen bestemd voor export, wordt niet verrekend in de koolstofvoetafdruk van de Vlaamse consumptie.”

Dit is op zich al een belangrijk inzicht, maar mogelijk nog belangrijker is de vaststelling dat die koolstofvoetafdruk in de 21ste eeuw is toegenomen in Vlaanderen (in tegenstelling tot de territoriale emissies). Zoals onderstaande grafiek weergeeft, is dat vooral te wijten aan de productiefase, waarvan we nu weten dat de emissies voor het grootste deel in het buitenland zijn gecreëerd.

Waarom is dat belangrijk? Slechts 4% van de Vlaamse non-ETS-emissies (dat zijn de emissies door gebouwen, transport en landbouw) is te wijten aan de afvalsector. Als je de consumptie in rekening brengt, zien we een heel ander beeld. Daarmee wordt het voor beleidsmakers en bedrijven veel belangrijker om maatregelen te nemen op vlak van aankoopbeleid, hergebruik en recyclage, herlokaliseren van productie, plantaardige voedselstrategieën en nog veel meer. Volgens de huidige territoriale aanpak hebben die maatregelen namelijk geen klimaatvoordeel, waardoor ze vanuit het klimaatbeleid geen aandacht (en financiële middelen) krijgen.

Opgelet voor wolven in schaapsvacht

Hierbij past wel een belangrijke kanttekening. Sommigen komen namelijk in de verleiding om onze eigen verantwoordelijkheid aan kant te schuiven, aangezien de grootste emissies buiten onze grenzen plaatsvinden. Dat is wat werkgevers en werknemers in een SERV-advies doen uitschijnen.

Zo schrijven ze dat “het huidige [territoriale] perspectief nadelig is voor een open, dichtbevolkte, centraal gelegen regio als Vlaanderen met een energie-intensief industrieel profiel”. De consumptiegebaseerde aanpak “honoreert beter de hoge energie- en koolstofefficiëntie van de Vlaamse economie.”

Dat is misleidend, want hoe dan ook moet die zogenaamd efficiënte economie nog zwaar aan de bak om tegen 2050 een nuluitstoot te bereiken. We moeten met andere woorden de territoriale aanpak blijven volhouden, maar daarnaast ook strategieën bedenken om onze consumptie koolstofvrij te maken. De vraag is hoe we daartoe komen.

Tijd voor een roadmap circulaire economie

Bij een ambitieus klimaatbeleid denken we doorgaans aan de transitie naar hernieuwbare energie, gekoppeld aan drastische energiebesparing. Deze twee pijlers zijn belangrijk, maar dekken lang niet alle broeikasgasemissies, zoals het rapport van OVAM helder aangeeft. Daarom is het nu tijd om werk te maken van een agenda die een circulaire, lokaal verankerde economie ontwikkelt, die grondstofgebruik tot een minimum herleidt en welzijn maximaliseert.

Dit is een kolossale opdracht, waarover zeker niet iedereen het eens zal zijn. Er wachten ons nog vele taaie vraagstukken rond rechtvaardigheid, kosten en baten, financiering en meer. Een fiscale tax shift van arbeid naar grondstoffengebruik, zoals al is voorgesteld in het Ex’tax project, is onvermijdelijk om lokaal kwaliteitsvolle producten te maken die lang meegaan, die we makkelijk kunnen onderhouden, aanpassen en hergebruiken of recycleren. Maar de violen daarover zijn nog lang niet gestemd.

Bovendien is het vandaag niet mogelijk om een duidelijke maatschappijvisie in het beleid door te voeren. De versnippering en verkokering binnen het beleid, maar ook binnen verschillende sectoren, is nog te groot. De tijd is nu aangebroken om in België en daarbuiten te streven naar een meer strategische en participatieve aanpak.

Kort gesteld: we hebben nood aan een breed gedragen roadmap circulaire economie, dat in de slipstream van onze klimaat- en energiedoelstellingen via een participatief proces kan bijdragen aan ons klimaatbeleid.

De grote lijnen van een roadmap

Idealiter bevat de roadmap concrete doelstellingen voor grondstoffengebruik (waarvoor het OVAM-rapport al een eerste aanzet geeft), en is ze gekoppeld aan een ambitieus industrieel economisch beleid rond circulaire economie.

We moeten daarin de ruimtelijke, ecologische en socio-economische dimensies op duurzame wijze verenigen. Daarnaast houden we best rekening met de beperkte ruimte en symbiose tussen industriële actoren en partners in productie- en consumptieketens. Andere kernthema’s zijn werkgelegenheid, een rechtvaardige fiscale tax shift en een ondersteunend investeringsbeleid.

Tot slot kunnen we de circulaire economie verheffen tot een van de strategische speerpunten van het economisch buitenlands beleid op gebied van handel, investeringen, onderzoek en internationale partnerschappen.

Er ligt nog veel werk op de plank. Voor iedereen, maar vooral voor onze beleidsmakers. We zullen na de volgende verkiezingen in mei 2019 nood hebben aan inspirerende trekkers om dit proces te leiden. Een minister voor circulaire economie misschien? Geïnteresseerde kandidaten in elke partij mogen zich nu al voorbereiden om die rol op te nemen. Wij staan alvast klaar om hen een duw in de rug te geven.

> De studie van OVAM

> Brochure met 7 hapklare boodschappen over circulaire economie en klimaatverandering

 

Dit stuk verscheen eerder als een bijdrage op de website van MO*

Circulaire businessmodellen Windenergie Klimaatbeleid

Meer over Circulaire businessmodellen, Windenergie, Klimaatbeleid