Stekkerauto kan klimaatbelofte waarmaken*

*Mits juiste maatregelen

De verkoop van plug-inhybrides neemt toe. Dat zou leiden tot een vergroening van het wagenpark, klinkt het. Maar dat is niet noodzakelijk zo: omdat in een hybridewagen zowel een verbrandings- als een elektromotor zit, hangt alles af van de manier waarop de wagen gebruikt wordt. Door betere monitoring van het eigenlijk gebruik van de wagen en het afschaffen van de tankkaart, kan de plug-inhybride zijn klimaatbelofte waarmaken.

Echt groen vs. nepgroen

Met fiscale sturing wil de overheid bepaald aankoopgedrag stimuleren. Dat is een goede zaak: het leidt ertoe dat het wagenpark sneller vergroent. Dat past binnen een aanpak van de klimaatopwarming en een pakket aan maatregelen om onze economie te stimuleren.

Het resultaat: in januari van dit jaar werden er 28% meer elektrische wagens ingeschreven dan in januari 2015. Dat cijfer staat in schril contrast met de verkoop van plug-inhybrides. Die explodeert in dezelfde periode met 226%. De top 3 van verkochte modellen ziet er ook niet al te ‘groen’ uit: Volvo XC90, BMW X5 en de Porsche Cayenne. De elektromotor van deze SUV’s hebben een beperkte autonomie: 30à 40 kilometer.

Is dat de vergroening die de fiscale sturing nastreeft? Als blijkt dat voornamelijk luxueuze plug-inhybrides over de toonbank gaan en de oplaadstekker bij de garagist wordt achtergelaten, is het tijd voor een herziening.

Accurate testen nodig

De belasting op inverkeerstelling en jaarlijkse verkeersbelasting houden rekening met de uitstoot van de wagen. Het is al geweten dat de uitstoot van een wagen op papier niet altijd overeenkomt met de realiteit. Dat kan flink verschillen door bijvoorbeeld de testprocedure en dubieuze software. Bij hybridewagens komt daar ook nog de keuze van de motor bij. 

"Het merendeel van de burgers schaft bewust een hybride wagen aan om ecologische redenen en om het brandstofverbruik te drukken. Een fiscale aanmoediging kan hen overtuigen om de aankoop te doen."

Een meer nauwkeurige opvolging dringt zich daarom op. Zo is er nood aan meer accurate Europese testen waarbij de uitstoot van broeikasgassen en schadelijke stoffen wordt gemeten in rijomstandigheden op de weg, en niet enkel in het labo.

Valse hybrides

Zo verhinderen we dat het kind met het badwater wordt weggegooid. Het merendeel van de burgers schaft bewust een hybride wagen aan om ecologische redenen en om het brandstofverbruik te drukken. Een fiscale aanmoediging kan hen overtuigen om de aankoop te doen. Bijkomende prestaties van de wagen zoals een minimale autonomie voor de elektromotor, rechtvaardigen deze beloning.

Maar zo halen we de ‘valse hybrides’ eruit. Het lijkt alsof die modellen specifiek voor de Belgische en Nederlandse markt ontwikkeld zijn om van het fiscaal voordeel te genieten. Door oneigenlijk gebruik boekt deze auto geen klimaatvoordelen. Integendeel, de wagen heeft nu twee motoren wat voor extra gewicht en dus extra verbruik zorgt.

Weg met de tankkaart

Daarnaast is een hybridewagen in combinatie met een onbeperkte tankkaart een vrijgeleide om de elektromotor te laten voor wat die is. Als de werkgever enkel de tankkosten terugbetaalt, is de keuze van welke motor te gebruiken snel gemaakt. Het bijkomend terugbetalen van het elektriciteitsverbruik biedt geen incentive om de stekker in te steken; zich verplaatsen blijft gratis.

Vandaar grijpt de beleidsmaker dit euvel best aan om een einde te maken aan de tankkaart. Daardoor staat de wagengebruiker zelf in voor de kost van zijn vervoer. Op die manier wordt hij ook aangezet om de meest rationele, economische en ecologische beslissing te nemen.

Ultieme deadline

De dreigende klimaatopwarming noodzaakt dat het wegverkeer tegen 2050 geen gram CO2 uitstoot. Om die omslag te maken, heeft de overheid de nodige instrumenten in handen. Ze kan een ultieme deadline voor verbrandingswagens tegen 2030 in het leven roepen. Daartoe zal ze maximaal moeten inzetten op klimaatvriendelijke, technologisch rijpe en kostenefficiënte alternatieven.

Elektrische wagens

Meer over Elektrische wagens