Sturend mobiliteitsbudget kan ons uit de file halen

Een mobiliteitsbudget kan de flexibiliteit in mobiliteitskeuze van de werknemer vergroten. Het budget dat voorheen integraal naar de salariswagen ging, maakt de werkgever nu vrij om te spenderen aan verschillende vervoersmodi en extra loon. De werknemer kan kiezen hoe hij zijn woon-werkverkeer organiseert en duurzame vervoersopties krijgen een duw in de rug. 

Het idee dat een mobiliteitsbudget meerdere vervoersmodi aanbiedt, stemt van het besef dat de snelste of meest comfortabele verplaatsing naar het werk niet altijd de wagen is. Steeds meer mensen verkiezen collectief vervoer, een combinatie van vervoermiddelen of nieuwe mogelijkheden zoals de elektrische fiets. Met het mobiliteitsbudget heeft de werknemer de keuze tussen onder andere openbaar vervoer, de fiets, voertuigdelen en alsnog een (kleinere) salariswagen.

In die zin wordt mobiliteit steeds meer een dienst. Niet langer het hebben van een bepaald vervoermiddel staat centraal, dan wel een verplaatsingsnood die moet worden ingevuld. Voor die uitdaging wordt het meest geschikte vervoersmiddel aangeboden. Het mobiliteitsbudget biedt volop kansen voor de uitbouw van een nieuwe markt van mobiliteitsdiensten rond het woon-werkverkeer. 

Leasebedrijven, autofabrikanten en openbaarvervoersmaatschappijen doen nu al ervaring op met ontzorging, dienstverlening en autodelen. De beleidsmaker zorgt er idealiter voor dat het woon-werkverkeer een grote proeftuin is voor mobiliteitsdiensten. Niet langer het individueel wagengebruik telt, wel de vlotte toegang tot duurzame en comfortabele mobiliteit. Een goed vormgegeven mobiliteitsbudget kan die innovatie aanjagen.

Politieke evoluties

De federale meerderheidspartijen vonden eind 2016 in grote lijnen een akkoord over het mobiliteitsbudget. Premier Michel lichtte toe “onze doelstelling is om een keuze te geven: de werknemer die nu al een salariswagen heeft, moet in de toekomst kunnen kiezen voor een ander transportmiddel of een netto loonsverhoging”. 

Om de onduidelijkheid over hoe ‘extra nettoloon’ in de wetgeving pastte, vroeg de regering aan de sociale partners een advies. In de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven bespraken werkgevers en werknemers de uitwerking van het mobiliteitsbudget.

In het gezamenlijk advies van 7 april kiezen de sociale partners voor een budget dat stuurt richting milieuvriendelijke vervoersmodi en maken ze een uitkering in cash mogelijk voor diegenen die de woon-werkafstand beperken.

Om tot een concreet wetsvoorstel te komen, schakelde de federale regering het sociaal secretariaat SD Worx in. De hr-dienstverlener stelt voor dat gebruikers kunnen kiezen om hun salariswagen in te ruilen voor cash. Met die cash kunnen ze (bijvoorbeeld) hun woon-werkverplaatsing vergoeden, als ware het loon. De politieke discussie over de vormgeving van het budget komt volop op gang. Een stemming in het federaal parlement wordt eind deze maand verwacht.

Gedeelde mobiliteit

Meer over Gedeelde mobiliteit