Unsplash | Sara Rostenne

Een koe moet je bij de hoorns vatten, niet paaien

Unsplash | Sara Rostenne

Alle opofferingen van milieu ten spijt, staan de boeren die gisteren het water aan de lippen hadden, geen stap dichter bij bestaanszekerheid. 

Nu de rook van de landbouwprotesten is opgetrokken: tijd om terug én vooruit te blikken. De roep om een beter inkomen, administratieve vereenvoudiging, ‘minder’ natuur, rechtszekerheid en minder controles zijn niemand ontgaan. Hoe meer tractoren in het straatbeeld verschenen, des te kortzichtiger en populistischer de politieke antwoorden werden. Dat politici zich vandaag in zo’n nauw beleidsstraatje bevinden, hebben ze alleen aan zichzelf te danken.

Niemand tevreden

Na het potje touwtrek van de voorbije maanden rond landbouw, voeding en natuur stonden geen winnaars op het podium: vele landbouwers voelen zich even goed met een kluitje in het riet gestuurd. De Europese natuurherstelwet werd fluks van tafel geveegd en biodiversiteitseisen in landbouwgebied teruggeschroefd. In Vlaanderen werden ruimtelijke ordeningsprocessen ten gunste van bos en natuur stilgelegd. Milieu-effectenrapporten bleken onnodig voor deze kaalslag ingezet werd. Maar deze toegevingen ten spijt, staan de boeren die gisteren het water aan de lippen hadden, geen stap dichter bij bestaanszekerheid. 

De kunstmatige polarisatie tussen landbouw en natuur leidde de aandacht af van enkele lachende derden, wiens verantwoordelijkheid onderbelicht bleef. De supermarkten en toeleveranciers met hun grote macht over prijszetting, de bouwpromotoren en industrieparken die grote druk zetten op de grondmarkt: ze bleven stil in hun hoekje tot de rook optrok. Burgers, bos en boeren bleven zitten met de smeulende as. Hoe zijn we hier beland? En wat heeft de feniks nodig om te herrijzen? 

Common ground

Laten we beginnen met drie waarheden die we allemaal erkennen.

  1. Er is een langetermijnvisie op duurzame landbouw nodig. Niet alleen in Vlaanderen klinkt die boodschap, ook in Frankrijk en Nederland is men zoekende. Dat is dus een opdracht die absoluut prioriteit moet krijgen. De landbouw is een trage, cyclische stiel die je niet stillegt zoals een fabriek. Om morgen resultaat te boeken, moet je gisteren al aan fors beleid gedaan hebben. De milieuproblemen van de landbouw vandaag zijn dezelfde als die van decennia geleden en de klimaat- en voedingskwesties zijn niet veel nieuwer. Al die tijd proberen overheden de kaasschaafmethode toe te passen: wat wringen hier, een snuifje subsidie daar, allemaal om de onmiddellijke pijntjes te zalven, terwijl de structurele problemen zich opstapelen. 
  2. Alle stakeholders moeten het onder ogen zien: we’ve hit rock bottom. We zitten in de val als maatschappij en meer schaven levert alleen meer problemen op. We moeten die val uit en onze blik op de toekomst richten, met inmiddels een pak wetenschappelijke onderbouwing onder de arm. Een andere richting uitslaan betekent een scherpe bocht aan grote snelheid nemen.
  3. Landbouw en voeding zijn een zaak van iedereen. Landbouw en natuur zijn geen afgescheiden bubbel. Iedereen die voeding verwerkt, verkoopt, koopt, weggooit, als grondstof beschouwt, of bemoeilijkt door landbouw- of natuurgebied in te palmen — iederéén heeft zijn verantwoordelijkheid in dit verhaal.

Deze feiten tonen aan dat wat politici na de landbouwprotesten hebben geprobeerd, nooit kans op slagen had. Decennia aan wanbeleid, opschalingsdwang, milieu- en klimaatverwaarlozing: hiertegenover zijn oneliners als “meer waterreservoirs” of “stop grondopkoop voor natuur” druppels op een hete plaat. De financiële worteltjes die boeren nu voorgehouden worden — optionele ecoregelingen terwijl de meerderheid blijft doorboeren — zijn geen geloofwaardig landbouwbeleid. Wie anders beweert, vat het niet. Er is geen toekomstperspectief: niet voor landbouwers die hun bedrijf aan de volgende generatie willen overlaten, noch voor de huidige generatie die lokaal geteelde voeding in een gezond leefmilieu wensen. Evenmin voor de natuur, zo bewijst de tanende biodiversiteit.

Vandaag zaaien, morgen oogsten

Heel wat landbouwers hameren echter zelf op punten die wél deel uitmaken van een langetermijnsoplossing. Zo moeten handelsakkoorden de eigen milieuregels ook aan import opleggen. In overkoepelende werkgroepen, opgericht door de Vlaamse overheid, wordt erkend dat het stikstofbeleid, dat slechts tot 2030 loopt — tot morgenvroeg, in landbouwtermen — niet ver genoeg kijkt. Dat we vandaag al overleggen over de krijtlijnen van het landbouw-, stikstof- en ruimtebeleid naar 2050 toe, is een hoopgevende ontwikkeling.

Maar wat met de Europese Natuurherstelwet, de Pesticidenwet, de wet rond Duurzame Voedselsystemen, maar even goed de Vlaamse mestwetgeving, de erosiewetgeving of het pesticidenreductieplan? Ze moeten absoluut terug op de rails richting duurzame toekomst. Jonge gepassioneerde landbouwers, zij-instromers op zoek naar grond, eiwitboeren, landbouwers die niet onder leningen uit kunnen? Natuurgebieden, bedreigde fauna en flora, de waterkwaliteit, die ook bepalend is voor onze drinkwatervoorziening? Zij verdienen een regering met een plan dat de eigenheid van de landbouwsector én het belang van natuur voor onze gezondheid en welvaart erkent, een meer-dan-20-jarenplan! 

Partijen die dit onderschatten — of ontkennen — maken de kiezer blaasjes wijs. De eerste stap naar een duurzame landbouw binnen de milieugrenzen is een geïnformeerde burger die kiest voor partijen met een uitgebouwde, robuuste landbouwvisie. Schaalvergroting en afhankelijkheid van vervuilende inputs verder stimuleren is een no-go

De uitdaging ligt erin de roep van kiezers die terecht stellen, “wij verdienen meer”, als een kans aan te grijpen. Met een geloofwaardig en onderbouwd plan dat zowel op korte als lange termijn vruchten afwerpt. Moge de komende regeerakkoorden maatregelen én budget bevatten om op de nodige omslag kordaat en verantwoordelijk in te zetten.

Landbouw

Meer over Landbouw