Hoewel de energiebeleidsovereenkomsten mikken op minimale klimaatacties, blijft de geldkraan wijd open staan.- © Riccardo Annandale

Nieuwe energiebeleidsovereenkomsten: veel geld voor weinig energiereductie

Hoewel de energiebeleidsovereenkomsten mikken op minimale klimaatacties, blijft de geldkraan wijd open staan.- © Riccardo Annandale

Om de energie-efficiëntie van de industrie te bevorderen, vertrouwt Vlaanderen al twintig jaar op vrijwillige verbintenissen. Dit jaar lopen de huidige ‘energiebeleidsovereenkomsten’ (kortweg EBO’s) af en wordt er druk onderhandeld over de vernieuwing ervan. Maar omdat ze niet aanzetten tot een structurele hervorming van de industrie dreigt onze industrie de afspraak met de toekomst te missen. En hoewel deze EBO’s mikken op minimale klimaatacties, blijft de geldkraan wijd open staan.

EBO’s zijn vrijwillige verbintenissen om de energie-efficiëntie van de energie-intensieve industrie te bevorderen. Bedrijven zijn vrij om in te tekenen. Als ze dit doen, moeten ze een energieaudit uitvoeren en binnen de vier jaar alle kostenefficiënte energiebesparende maatregelen implementeren. Ze krijgen financiële voordelen als compensatie, vooral kortingen op allerlei energieheffingen en, indien van toepassing, gratis emissierechten.

De huidige EBO’s lopen dit jaar af. Zeven jaar geleden vervingen ze de energieconvenanten. Politiek is er een akkoord om verder te gaan met deze aanpak. Ondertussen heeft de Europese Green Deal klimaatneutraliteit tegen 2050 als doel naar voren geschoven. De nieuwe energiebeleidsovereenkomsten moeten grondig aangescherpt worden en dit doel mee helpen realiseren.

Enkel via een weldoordachte klimaatstrategie kan de Vlaamse industrie haar positie veilig stellen.

Klimaatcomponent uit nieuwe EBO’s dreigt doel te missen

Maar met de integratie van een klimaatcomponent in de nieuwe EBO’s dreigt het mis te lopen. In het huidig ontwerp ligt de focus op klimaatmaatregelen met een korte terugverdientijd. Het voorstel om de deelnemende bedrijven te verplichten om een strategisch klimaatplan te maken, wordt van de baan geschoven. Deelnemers moeten enkel een ‘indicatieve roadmap’ opstellen, zonder dat er verbintenissen aan worden verbonden.

Vlaanderen dreigt hierdoor de afspraak met de toekomst te missen. Tussen nu en 2050 ligt er slechts één investeringscyclus. Elk bedrijf moet zich nu dringend afvragen of er in het klimaatneutrale en circulaire Europa van 2050 nog plaats zal zijn voor zijn producten. Enkel via een weldoordachte klimaatstrategie kan de Vlaamse industrie haar positie veilig stellen.

Vlaanderen moet dus dringend de doelstelling van de nieuwe EBO’s herzien en moet het instrument ombouwen tot een hefboom voor de verduurzaming van de industrie. Ze zoekt ook het best aansluiting met initiatieven die bedrijven aanzetten tot ambitieuze klimaatdoelen, zoals het Science Based Targets initiatief.

Hoeveel energiebesparing koop je met 100 miljoen euro?

Dit was de titel van een aanklacht van BBL en vakbonden uit 2012. Het laakte toen de dikke mist die gehuld is rond de kosten en baten van de convenanten. Zonder een duidelijke evaluatie van wat de vorige convenanten hebben opgeleverd, startte de Vlaamse regering toch het overleg op over een opvolger van de convenanten.

De geschiedenis herhaalt zich. De resultaten van de huidige EBO’s leggen niet alleen magere resultaten voor, ze worden ook nog eens overroepen. De Vlaamse overheid pocht dat deze EBO’s leiden tot meer energiebesparing dan gevestigd beleid, maar laat na om aan te geven hoeveel meer. In plaats daarvan rapporteert het enkel alle besparingen, en is het niet duidelijk hoeveel er bespaard zou geweest zijn zonder het EBO-systeem.

Nog erger is het gesteld met de inschatting van de voordelen aan de bedrijven. Een intern document schat deze in op € 168 miljoen per jaar. Maar de Vlaamse overheid neemt slechts de helft in rekening. De voordelen die via de federale kas verlopen zijn niet in het overzicht opgenomen. Naar schatting zijn deze goed voor nog eens € 100 miljoen per jaar.

Als we deze gunsten aan de bedrijven vergelijken met wat de EBO’s opleveren aan CO2-reductie, dan komen we tot onthutsende cijfers. Het jaarverslag 2019 rapporteert een reductie van 300.000 ton per jaar. Dat brengt ons op ongeveer 900 € per ton CO2 als bedrag dat de bedrijven krijgen om energie te besparen, terwijl de marktprijs binnen ETS momenteel rond de 80 € per ton schommelt - wat al een recordprijs is.

De Vlaamse regering moet dringend orde op zaken stellen. Overheidssteun voor de industrie kan anno 2022 enkel als we er een toekomstgerichte en klimaatneutrale industrie voor in de plaats krijgen.

Energiebesparing

Meer over Energiebesparing