Vlaamse Energieplan 2030: er kan veel meer bespaard worden

Het ontwerp van het Vlaamse Energieplan 2030 lijst een reeks maatregelen op waarmee we in totaal 24,9% of 223 TWh finale energie zouden besparen tegen 2030. 114 TWh daarvan valt onder artikel 7 van de Europese richtlijn Energie-efficiëntie (EED), dat bindende doelstellingen voor energiebesparing oplegt aan de EU-lidstaten. Positief is dat de besparingsdoelen voor de verschillende sectoren duidelijk opgelijst staan: woningen (31,3%), tertiaire gebouwen (21,7%), industrie (20,9%), transport (27%) en landbouw (24,4%). Het nadeel: het plan is niet gebaseerd op wat Vlaanderen kán besparen. Dat potentieel ligt veel hoger. 

Net als bij het Belgische totaalplaatje is in Vlaanderen niet uitgegaan van het beschikbare technologische en economische besparingspotentieel - laat staan van een cijfermatig onderbouwde tussenstap in de doelstellingen naar 2050. Het Vlaamse plan is een lappendeken van maatregelen, maar ook vaak van intenties die nog politiek moeten afgeklopt worden. 

Renovatiebeleid zkt. boost

97% van de Vlaamse woningen voldoen niet aan het A-label, de norm voor 2050. Het is ook onduidelijk in hoeverre de voorgestelde maatregelen in het energieplan ons op pad zetten om die doelstelling te halen. Maar dat het renovatiebeleid een stevige boost kan gebruiken, staat als een paal boven water. Een voorbeeld: een nieuw op te richten rollend fonds voor energetische renovatie van noodkoopwoningen mikt op 500 woningen per jaar. Terwijl er in Vlaanderen maar liefst 119.000 noodkoopwoningen geïdentificeerd zijn. Aan dat tempo zijn we 238 jaar bezig. 

Waar het Vlaamse energieplan mikt op een besparing van 21,7% bij tertiaire gebouwen, toont een eerdere studie in opdracht van het VEA, de Strategienota Renovatie niet-residentiële gebouwen, aan dat er een reductiepotentieel van minstens 27% is. Vlaanderen moet ten slotte ook zelf eindelijk eens het goede voorbeeld geven wat betreft de energiezuinigheid van zijn overheidsgebouwen.

En industrie zkt. cijfers

Voor industrie bestaat er in Vlaanderen gewoon geen potentieelstudie. Het resultaat: de energiebeleidsovereenkomsten voor grote bedrijven worden in het energieplan 2030 gewoon lineair doorgezet met 1% besparing per jaar tot 2030. Ook de mini-EBO’s, waarbij kleinere bedrijven vrijwillig ondersteund worden om energie te besparen, worden zonder het potentieel in kaart te brengen, voortgezet en uitgebreid naar andere sectoren. Nochtans kan alleen al het zichtbaar maken van de grootte en structuur van de markt van energie-efficiëntie op zich heel wat in beweging brengen

Hand aan de ploeg!

Het Vlaams Energieagentschap trapt volgende maand de Stroomversnelling-werkgroepen weer van start. Doel is om  samen met alle stakeholders het ontwerpplan verder te verfijnen en aan te vullen voor de volgende legislatuur. 

Tegen de zomer zal de Europese Commissie haar opmerkingen en aanbevelingen op het Belgische klimaat- en energieplan formuleren. Eind mei hebben we ook de verkiezingen achter de kiezen en kan het politieke werk opnieuw beginnen. 

Een kans, geen bedreiging

Het doel is duidelijk: de ambitie voor energie-efficiëntie moet omhoog, de maatregelen moeten concreter en ambitieuzer. Het is tijd dat we energiebesparing zien als een kans en niet als een bedreiging. Investeren in energie-efficiëntie levert ons tal van voordelen op. En niet in de laatste plaats voor de chemische industrie, die grondstoffen kan leveren voor isolatiemateriaal.

En last but not least: hopelijk communiceert de Vlaamse overheid in de toekomst ook duidelijker over de energiebesparingsdoelstellingen. Ze kan daarbij het voorbeeld volgen van haar eigen barometer groene energie.

Energiebesparing

Meer over Energiebesparing