De energieheffing is dood, wat nu?

Het Grondwettelijk Hof kelderde vorige week de Vlaamse energieheffing. De taks is een heffing op verbruik, wat ook de federale overheid al belast. Terug naar af dus. Genoeg stof voor heel wat (politiek) debat, met heel wat voorstellen voor een alternatief. Maar welke financieringsrecepten helpen de energietransitie ook echt vooruit? 

Geen goed voorbeeld

Laat ons wel wezen. De energieheffing was géén goed voorbeeld van een gerichte financiering van de energietransitie. De taks maakte amper een verschil tussen zuinige of kwistige energieverbruikers. Bovendien betaalden grote bedrijven relatief veel minder mee aan de taks. We rouwen er dus niet om dat de taks niet meer is.

Maar: het is onduidelijk of de schulden uit het verleden nu al volledig opgelost zijn. En: ook al sparen we gelukkig miljarden door geen nieuwe grote biomassacentrales meer te bouwen, de energietransitie zal nog geld kosten. Die extra investeringen in hernieuwbare energie en energiebesparing nu, kunnen vermijden dat we ons later blauw betalen aan fossiele brandstoffen en de gevolgen van de klimaatverandering. 

Anders en beter: de opties

Er is dus vers geld nodig. Waar halen we dat? Verschillende voorstellen passeerden de voorbije dagen al de revue. 

1. Een quotumverhoging

Vlaams minister van Energie Tommelein (Open Vld) gaf woensdag een schot voor de boeg. Volgens hem is de schuldenput uit het verleden gedicht, en is er enkel nog vers geld nodig voor toekomstige groenestroomprojecten. Die wil hij financieren met een quotumverhoging voor de groenestroomcertificaten. Een simpel, logisch voorstel dat kan werken als de lat voldoende hoog ligt. Bond Beter Leefmilieu pleit hier al jaren voor. Maar wat wil dat juist zeggen? 

Energieleveranciers moeten jaarlijks groenestroomcertificaten voor een bepaald percentage van de stroom die zij leveren, voorleggen. Zo ontstaat een markt voor groene stroom. Een leverancier kan deze certificaten verkrijgen voor de eigen productie van groene stroom, of hij kan deze aankopen bij collega-producenten op de Vlaamse elektriciteitsmarkt of bij de netbeheerders. 

Dit systeem moet ervoor zorgen dat het aandeel groene stroom in ons land jaar na jaar stijgt. Die ‘groenestroommarkt’ heeft al een jaren een overschot aan groenestroomcertificaten, doordat de productie aan groene stroom de door de - veel te lage - doelstellingen voor groene stroom (het ‘quotum’) overtreft. De netbeheerders, die verplicht zijn om het overschot aan certificaten op te kopen, zaten daardoor op een grote berg van een teveel aan certificaten. Met de energieheffing betaalde de regering de netbeheerders voor dit certificatenoverschot. Trekt de Vlaamse regering de doelstellingen op, dan komen de certificaten terug in de markt en kunnen de leveranciers ze gewoon via de factuur doorrekenen. Hierdoor betaal je per kilowattuur. Verbruik je minder, betaal je dus minder. Dit beloont energiezuinig gedrag. 

Het VOKA, en later ook CD&V en N-VA, lieten al verstaan dat ze deze piste niet zien zitten - tenzij de bedrijven (nog!) meer vrijstellingen krijgen. Niet onbelangrijk: de bestaande vrijstellingen voor bedrijven zijn al herhaaldelijk verhoogd en zorgen ervoor dat bedrijven relatief heel wat minder bijdragen aan groene stroom dan de gezinnen

2. De algemene middelen

Een andere oplossing die minister Tommelein naar voren schoof, zijn de algemene middelen. Een piste die coalitiepartners CD&V en N-VA ook al naar de schroothoop verwezen. Zij stellen dat er geen geld is in de begroting en willen geen nieuw rondje besparingen. 

Maar: er zijn ook besparingen mogelijk die iedereen vooruit helpen. Er gaan in ons land nog steeds miljoenen naar de ondersteuning van fossiele brandstoffen en klimaatvervuiling. Denk maar aan de financiering van de bedrijfswagens, of de vrijstelling van accijnzen op stookolie. 

Uit een recente vraag van CD&V-parlementslid Bothuyne blijkt dat de Vlaamse regering nog steeds onderzoeksgeld uitgeeft aan fossiele brandstoffen. Dat geld heroriënteren naar de ondersteuning van hernieuwbare energie en energiebesparing, hoeft ons niets te kosten. Meer nog: het zal dubbel opbrengen. En, we maken meteen werk van de vraag van het Vlaams Parlement in zijn klimaatresolutie om “de subsidies voor fossiele brandstoffen en eventuele participaties of beleggingen in fossiele economische activiteiten stapsgewijs af te bouwen”. 

3. Een heffing op CO2

Er is ook nog de piste die zowel Test-Aankoop als CD&V al duidelijk naar voren schoven: een heffing op het gebruik van fossiele brandstoffen. Deze moet in de plaats komen van een steeds grotere belasting van het gebruik van elektriciteit. Zo worden elektrische voorlopers met warmtepompen en elektrische voertuigen beloond in plaats van afgestraft én wordt energiebesparing bevorderd. 

Uit de debatten van de voorbije maanden blijkt dat bijna iedereen wel brood ziet in zo’n heffing. Ook dat is een duidelijke vraag van de Vlaamse klimaatresolutie, ondersteund door alle politieke partijen. Ook de Vlaamse stakeholders vroegen in het kader van de ‘Stroomversnelling’ om een alternatieve financiering op ‘andere energiedragers’ te bekijken. Lees: laat de echte vervuilers betalen. 

Energiepact als ultieme kans

"Minister Marghem startte een onderzoek naar een CO2-taks: een bijzonder interessante piste"

Minister Marghem (MR) startte op federaal niveau een onderzoek naar de mogelijke invoering van een CO2-taks. Dat ook het federale niveau nadenkt over zo’n heffing, is bijzonder interessant. De bevoegdheidsverdeling in het complexe België zorgt ervoor dat een CO2-heffing er enkel kan komen als het federale niveau en de gewesten samenwerken. Dit najaar wil ons land een ‘interfederaal energiepact’ afsluiten. Wel, daar ligt een gigantische opportuniteit om afspraken te maken over een financiering die onze energietransitie echt vooruit zal helpen. 

Klimaatbeleid

Meer over Klimaatbeleid