Hoe krijgen we de industrie klimaatneutraal en circulair in 2050?

Eind vorig jaar lanceerde de Europese Commissie haar strategische langetermijnvisie voor een klimaatneutrale economie tegen 2050. Deze week ontmoeten de Europese staats- en regeringsleiders elkaar in het Roemeense Sibiu om hun visie over die strategie te geven. Het is vooralsnog onduidelijk of ons land een ambitieus standpunt inneemt richting klimaatneutraliteit.

Wat leerden we uit het debat over de industrie? 

Wel is intussen duidelijk dat de industrie een belangrijke rol zal spelen in de klimaattransitie. Bijna een derde van de uitstoot van broeikasgassen in Vlaanderen is afkomstig van de energie-intensieve industrie. Ten opzichte van onze buurlanden heeft die Vlaamse energie-intensieve industrie de grootste relatieve bijdrage aan de totale broeikasgasemissies in de economie.

Tot voor kort lag de focus van het beleid in hoofdzaak op het beprijzen van de uitstoot van broeikasgassen via het Europese emissiehandelssysteem. Dit prijsmechanisme is geschikt voor de energiesector, maar veel minder voor industriële installaties die zijn ingebed in lange en complexe productie- en waardeketens. Zelfs een hoge CO2-prijs zorgt niet noodzakelijk voor een omslag.

Efficiëntiewinsten zijn tot op zekere hoogte mogelijk, maar dat gaat per definitie niet eindeloos door. Voor grote emissiereducties zullen grondstoffen en materialen opnieuw moeten gebruikt worden. De hele productieketen zullen we met andere woorden circulair moeten maken. Daarvoor zijn nieuwe randvoorwaarden, samenwerkingsvormen en ondersteuning nodig.

Tijd voor een debat

Welk beleid is daarvoor nodig? We zochten het uit op Connect2Change met Tomas Wyns van de VUB, auteur van o.m. een verkennende studie over een industrieel kader, Manon Janssen van Ecorys en voorzitster van de klimaattafel industrie in Nederland, Pieter Verbeek van ABVV en Dirk Van Mechelen van Orbix, producent van Carbstone (een bouwsteen op basis van CO2 en staalslakken).

Tomas Wyns stak in zijn presentatie van wal met enkele ontnuchterende cijfers. De uitstoot van de industrie daalt sinds enkele jaren niet meer. Bovendien zijn de 10 bedrijven met hoogste uitstoot verantwoordelijk voor de overgrote meerderheid van de Vlaamse industriële broeikasgasemissies. Dit zijn chemiebedrijven, raffinaderijen en ijzer en staalbedrijven (hoofzakelijk Arcelor Mittal in Gent).

Ongeveer 20% van de bedrijven zijn verantwoordelijk voor 80% toegevoegde waarde en tewerkstelling, maar ook voor de broeikasgasemissies. Het zijn vaak bedrijven met een beslissingscentrum in het buitenland. Het valt ook op dat de uitstoot in Vlaanderen (en Nederland) minder daalde dan het buitenland, waar na de financiële crisis heel wat industrie is opgedoekt.

Kernpunten van een industrieel kader

Wyns maakt duidelijk dat een veel hogere eindvraag naar elektriciteit wordt verwacht als industriële CO2-arme technologieën in de hele EU worden toegepast. Denk bijvoorbeeld aan chemische recyclage van grondstoffen die voordien verbrand worden. We moeten ons dus afvragen op welke manier de industrie een driver zal zijn voor hernieuwbare energie eerder dan een rem.

Er is volgens hem een grote synergie mogelijk tussen de energietransitie en nieuwe businessmodellen rond circulariteit, die mits de juiste omstandigheden een positieve invloed op elkaar uitoefenen. Wyns spreekt van een ‘virtuous cycle’: een energietransitie die een industriële transitie aandrijft en op haar beurt weer een stimulans biedt voor de energietransitie.

Die overgang vindt plaats in een zeer concurrentiële en dynamische omgeving. Anderzijds rest voor de meeste energie-intensieve bedrijven nog slechts een grote investeringscyclus voor 2050. We zullen dus bepaalde doorbraaktechnologieën moeten opschalen én integreren, terwijl de operationele kosten fors moeten dalen. Kapitaalsinvestering zal hoger zijn dan vandaag het geval is.

Dat is een flinke opdracht. Voor Europa stelt Wyns als prioriteiten voor om een ‘mission oriented’ onderzoeksprogramma op te richten, dat rechtstreeks gericht is op de belangrijkste uitdagingen voor CO2-arme productieprocessen. Er zijn voorts financieringsinstrumenten nodig voor de kapitaalsintensieve investeringen, en wijzigingen in het systeem van Europese staatssteunregels.

Verder moeten we de nodige strategische infrastructuur regionaal organiseren in clusters om industriële symbiose mogelijk te maken. We moeten verder kijken dan de nationale hokjes. Onze regelgeving moet helpen om markten te creëren voor CO2-arme producten en productieprocessen (zoals overheidsopdrachten), en industrie moet beschermd worden tegen vervuilende concurrentie.

De prioriteiten voor Vlaanderen

Er is duidelijk een beleidskader nodig voor de industriële transitie. Dat moet verder gaan dan het Europees emissiehandelssysteem (ETS), al moet het bedrijven wel voorbereiden op de strenger wordende emissiereductiedoelstellingen binnen het ETS. Het kader moet verder vooral de infrastructuurnoden voor Vlaanderen bepalen (en wat we samen met buurlanden doen).

Dat doen we op basis van een heldere identificatie van technologieën die relevant zijn in ons land, bv. voor de chemische industrie. Op basis daarvan kunnen we (demonstratie)projecten ontwikkelen en synergieën tussen bedrijven bevorderen en obstakels afbreken. Dit beleid integreren we dan ook best met andere domeinen zoals het energiebeleid (zoals het energiepact).

Op vlak van financiering moeten we Europese bronnen benutten, maar kunnen we ook zelf inzetten op vehikels zoals de participatiemaatschappij Vlaanderen, of het inzetten van een eigen investeringsbank – denk aan de overheidsbank Belfius naar het voorbeeld van de Duitse KfW ontwikkelingsbank.

Zijn we daar klaar voor?

Pieter Verbeek van ABVV zegt klaar en duidelijk dat de samenwerking tussen de verschillende stakeholders in België de laatste jaren er is op achteruitgegaan. "Sociaal en maatschappelijk overleg verdwijnt. Adviesraden en hun relevantie verdwijnen net." Dat staat in scherp contrast met de ervaring uit Nederland.

Manon Janssens vindt dat het (relatieve) succes van het Nederlandse proces ligt aan welomlijnd regeerakkoord waarin duidelijke ambitieuze klimaatdoelstellingen zijn vervat, en ook aan het poldermodel waarin op de relatief korte termijn van 8 maand een eindresultaat moest bereikt worden.

Het kapseizen van de klimaatwet en het energiepact geven aan dat we hier in België slechts van kunnen dromen. Datzelfde geldt voor het overheidsbeleid in Nederland, waarin volgens Dirk Van Mechelen van Orbix gebruik wordt gemaakt van een milieukostenindicator m.b.t. CO2-uitstoot vervat in bouwmaterialen voor publieke gebouwen.

Die CO2-schaduwprijs moet in elke offerte zijn opgenomen, zodat de overheidsdiensten deze in rekening kunnen nemen bij de gunning van een bouwcontract. Dit doet denken aan de Buy Clean California Act, een idee waar ook BBL voor pleit. Het is namelijk is een prima middel om de kostprijs van bouwmaterialen voor de belastingbetaler te reduceren en klimaat uitstoot te beperken.

Kers op de taart

Tijdens het politiek debat in de voormiddag bleken zowat alle partijen behalve NVA voorstander te zijn van een grensheffing op de import van CO2-intensieve producten in Europa. Enkele jaren geleden was dit nog ondenkbaar. Intussen staat ook de machtige bedrijfslobby BusinessEurope open voor dit idee, een opvallende positiewijziging en een belangrijk signaal aan de volgende Europese Commissie.

Het debat rond de industriële transitie en haar uitstoot schakelt sinds kort een versnelling hoger. Vorige week verscheen nieuw onderzoek van Material Economics over scenario’s om de zware industrie klimaatneutraal te krijgen: Een taaie brok, maar zeker een aanrader. Tomas Wyns van VUB publiceerde een lange reeks aanbevelingen en ook Carbon Market Watch deed een duit in het zakje.

Met het oog op de Belgische situatie, de aankondigingen van recente investeringen van Ineos, Borealis en anderen, volgen we dit nauw op de voet op. Het is duidelijk dat elke nieuwe investering ‘climate-proof’ moet zijn. De overheid zal de juiste criteria moeten opleggen, of zelfs een ‘stresstest’ uitvoeren, zoals StRaten-generaal recent voorstelde. Deze transitie zal immers niet vanzelf gebeuren.

Zware industrie

Meer over Zware industrie